fbpx
Schade melden
MIJN BSB
Category: Hypotheken

Sparen wordt weer leuker, zorg wel dat je geld is beschermd

De spaarrentes gaan voorzichtig omhoog, al staan ze vooral bij de grootbanken nog steeds op een vrij laag niveau. Wil je een hogere rente en overweeg je een overstap? Waar moet je dan op letten?

Het is in positieve zin weer even wennen: je krijgt geld voor je geld. Maar bij een aantal banken wordt de spaarrente nog slechts mondjesmaat verhoogd. Wat kun je doen om de vergoeding op je spaargeld te vergroten?

Vergelijken

Het begint met vergelijken. Wat krijg je bij je huidige bank? Is er misschien een renteverhoging aangekondigd? Vergelijken kun je bijvoorbeeld doen op spaarrente.nl of independer.nl. Let daarbij wel op de voorwaarden. Soms geldt de hoge rente slechts voor een bepaalde periode of voor een bepaald bedrag aan spaargeld. Ook geldt soms als voorwaarde dat je ook een betaalrekening opent. Let hierbij op de maandelijkse kosten.

Depositogarantiestelsel

Let er bij het vergelijken altijd op of de bank van je keuze onder het Nederlandse depositogarantiestelsel valt. Dat is de garantie dat je het geld op je bankrekeningen tot 100.000 euro terugkrijgt wanneer je bank onverhoopt failliet gaat. Let er ook op dat je niet teveel geld bij één bank stalt. De grens van een ton geldt per persoon, niet per rekening. Heb je dus 90.000 euro spaargeld en ook nog 15.000 euro op een betaalrekening bij dezelfde bank, dan ben je niet volledig beschermd. Heb je samen met je partner een en/of-rekening? Dan heb je samen voor twee ton aan bescherming. Houd er ook rekening mee dat banken meerdere merknamen kunnen hebben. De bescherming geldt per bank, niet per merknaam; de tegoeden samen zijn gedekt tot een maximum van een ton.

Kies je voor een buitenlandse bank uit een ander EU-land, dan geldt de bescherming van dat betreffende land. Volgens De Nederlandsche Bank is die bescherming dankzij internationale afspraken vergelijkbaar met het Nederlandse vangnet. Ga je sparen bij een bank buiten de EU die ook geen Nederlandse bankvergunning heeft, informeer dan eerst welk garantiestelsel er geldt voordat je je geld overboekt.

Spaargeld vastzetten

Kun je je geld langere tijd missen, dan is ook een termijndeposito het overwegen waard. Je ontvangt dan een hogere vaste rente, maar je geld staat vast voor een periode die kan variëren van enkele maanden tot wel vijf of tien jaar. Besef goed dat je in die periode niet bij je geld kunt (tenzij je een boete betaalt of wanneer er sprake is van een uitzonderingssituatie), ook niet als de rente verder blijft stijgen. Ook voor termijndeposito’s circuleren verschillende rentes. Hiervoor gelden dezelfde overwegingen als bij een gewone spaarrekening.

Let op: hypotheekrente

Sommige banken verlenen een korting op de hypotheekrente wanneer je bij dezelfde bank een actieve betaalrekening aanhoudt (je salaris komt er op binnen en/of je verricht een minimumaantal transacties per maand). Ontvang jij zo’n korting, zeg de betaalrekening dan niet zomaar op, want dan kan het overstappen weleens nadelig voor je uitpakken. Weet je niet of je die korting krijgt, vraag het je hypotheekadviseur of hypotheekaanbieder.


Gezondheidsvragen beantwoorden voor een verzekering? Wees volledig!

Wil je een verzekering afsluiten voor het geval je arbeidsongeschikt raakt? Bijvoorbeeld een aov als ondernemer of een woonlastenverzekering als particulier? Je moet dan een medische vragenlijst invullen. Doe dat secuur, want een foutje kan je duur komen te staan.

Het invullen van een gezondheidsverklaring moet je niet zomaar tussendoor doen. Vragen moeten volledig en naar waarheid beantwoord worden en dat is als aanvrager zelfs je wettelijke plicht. Ook als je denkt dat dat ene bezoekje aan een psycholoog tien jaar geleden niet belangrijk was of die gebroken knie uit je jeugd; vermeld het toch maar. Dat de verzekeraar naar een bepaalde categorie klachten vraagt, geeft aan dat het relevant is om te noemen.

Op basis van de gegevens in de verklaring brengt de verzekeraar de risico’s in kaart en bepaalt of hij je wil verzekeren en tegen welke voorwaarden en welke premie.

Met opzet

Ben je onvolledig en komt de verzekeraar daar achter, dan zijn er in principe twee scenario’s. Wie opzettelijk dus bewust onvolledig was, krijgt geen uitkering van de verzekeraar. Uiteraard moet de verzekeraar wel aannemelijk kunnen maken dat er sprake van opzet was. Ook loop je kans dat je gegevens worden opgenomen in een van de frauderegisters. Het wordt dan erg lastig om nog een verzekering te krijgen.

Per ongeluk

Wie per ongeluk iets is vergeten kan nog steeds recht hebben op een uitkering, tenzij de verzekeraar kan aantonen dat hij bij kennis van de echte stand van zaken geen verzekering met je zou hebben gesloten of alleen onder voorwaarden een verzekering had willen sluiten.

Lees er meer over in dit kennisdocument van klachteninstituut Kifid. Hierin staan ook een aantal voorbeelden beschreven.

Tip

Twijfel je over de achtergrond van een bepaalde gezondheidsvraag: raadpleeg je financieel adviseur of de verzekeraar. Vul niet zomaar iets in: de gevolgen komen voor eigen rekening en risico.


Leennormen veranderen in 2024

Koop je volgend jaar een energiezuinige woning, dan kun je hiervoor extra geld lenen. Vanwege de lagere energierekening houd je meer over voor de hypotheeklasten, zo is het achterliggende idee. En er verandert meer.

Elk jaar stelt budgetinstituut Nibud de nieuwe normen vast. Vanaf 2024 hangt de hoogte van de maximale hypotheek af van het energielabel van de woning. Het extra bedrag aan hypotheek begint bij € 5.000 voor een C/D label en kan oplopen tot € 50.000 extra hypotheek voor een huis met gegarandeerd geen energiekosten.

Verduurzamen

Huishoudens kunnen ook een extra bedrag lenen om hun huis energiezuiniger te maken. Hiervoor bestaat een lijst van maatregelen. Dit bedrag was voorheen niet hoger dan € 9.000 maar dat gaat nu per energielabel verschillen. Omdat er bij EFG-woningen meer maatregelen nodig zijn, kunnen kopers van deze woningen een hoger bedrag extra lenen dan kopers van woningen die al energiezuiniger zijn. Voor EFG-woningen stijgt dit in 2024 naar € 20.000.

Loonstijging

De leencapaciteit verandert daarnaast ook door veranderingen in lonen, prijzen en belastingmaatregelen. Zónder loonstijging daalt voor veel inkomensgroepen de maximale hypotheek. Dit komt vooral door de hoge inflatie. Alleenstaanden kunnen vanaf een jaarinkomen van € 28.000 komend jaar € 16.000 extra lenen. Dit bedrag biedt deze groep meer financiële ruimte bij het kopen van een woning.

Studieschuld

Voor kopers met een studieschuld verandert in 2024 de manier waarop de studieschuld wordt meegenomen in de toekenning van een hypotheek. Tot nu toe was de oorspronkelijke studieschuld leidend bij het vaststellen van de leencapaciteit. Vanaf 2024 worden de maandelijkse lasten van de schuld de belangrijkste leidraad. Als iemand in staat is om extra af te lossen op de studieschuld en daardoor lagere maandlasten heeft, zorgt de nieuwe benadering ervoor dat huishoudens meer kunnen lenen. Op het ogenblik stijgt de rente op studieleningen echter. Dat leidt tot hogere lasten en daarmee tot een grotere impact van de studielening op de maximale hypotheek.

Passend?

Of het maandelijks te betalen bedrag echt bij je past, blijft een persoonlijke afweging. Wil je op termijn minder gaan werken en daar ruimte voor creëren? Wil je budget overhouden voor mooie reizen? Houd daar rekening mee en staar je niet blind op het maximum!


Nog even wachten

Starters op de woningmarkt kunnen beter nog even wachten. Bij de overdracht van je nieuwe woning betaal je in principe overdrachtsbelasting via de notaris. Tenzij je een beroep kunt doen op de zogenaamde Startersvrijstelling.

Daarvoor gelden wel wat eisen. Zo mag je nog geen 35 jaar oud zijn op het moment dat je de leveringsakte tekent. Daarnaast mag je nog niet eerder een beroep gedaan hebben op deze vrijstelling. Bovendien moet jij ook daadwerkelijk in de nieuwe woning gaan wonen. 

En: de woning mag niet meer waard zijn dan een jaarlijks door de overheid vastgesteld bedrag.

Die grens ligt voor het jaar 2023 op € 440.000. Maar op 1 januari 2024 gaat deze grens omhoog naar € 510.000. De fiscus kijkt naar de dag waarop de notariële akte wordt getekend. Zit je op 31 december 2023 aan tafel bij de notaris, dan geldt de lagere grens. Maar teken je pas op 2 januari 2024 dan ligt de grens ineens 16% hoger.

Voldoe je op zich aan alle eisen voor de startersvrijstelling en ligt de koopprijs tussen de € 440.000 en € 510.000 dan wordt de datum waarop je de akte van levering bij de notaris tekent heel belangrijk. Als je die pas volgend jaar tekent, scheelt je dat namelijk 2% overdrachtsbelasting over de hele koopprijs. Dat is dus een fiscaal voordeel dat kan oplopen van € 8.800 naar € 10.200. Vergeet daarom vooral niet om tijdens de onderhandelingen met de verkopers en de makelaar de overdrachtsdatum aan de orde te stellen.


Het nieuwe pensioenstelsel, gevolgen voor werkenden

De Wet toekomst pensioenen (Wtp) is aangenomen door de Eerste Kamer. Per 2028 moeten alle pensioenregelingen zijn aangepast. Dat heeft gevolgen voor alle werkenden in ons land.

Wat verandert er precies?

Alle pensioenregelingen in de tweede pijler (dus wat in loondienst is opgebouwd) worden premieovereenkomsten. Dat betekent dat de inleg voortaan het uitgangspunt is en niet de uitkomst. Het risico van tegenvallende beleggingsresultaten verschuift daarmee richting de werknemer. Nu was het pensioen in het oude stelsel ook al niet gegarandeerd: er kon gekort worden of niet geïndexeerd. En ook in het nieuwe stelsel blijft het mogelijk om risico’s met elkaar te delen.

Wat ga ik ervan merken?

Als werkende merk je hier de eerste jaren nog weinig van. Pensioenfondsen en verzekeraars hebben tot 2028 de tijd om de regelingen om te zetten. Uiteraard zullen zij je gedurende dit proces informeren. Veel hangt af van wat werkgevers, werknemers en fondsen de komende jaren met elkaar afspreken. De overgang naar het nieuwe stelsel moet evenwichtig zijn. De dekkingsgraad van het pensioenfonds is hierbij ook van invloed.

Is er verschil tussen verzekeraars en pensioenfondsen?

Ja er zijn verschillen. Fondsen hebben te maken met het zogenoemde invaren, dus met de huidige waarde van het reeds toegezegde pensioen. Bij pensioenverzekeraars was al toegerekend hoe groot de pensioenpot is waaruit jouw pensioen betaald moet worden. Pensioenfondsen betalen nu nog ieder pensioen uit het totale vermogen en moeten nu ook gaan berekenen welk deel van dat vermogen toekomt aan iedere deelnemer.
Het tweede verschil is dat een werkgever met een premieregeling bij een verzekeraar niet verplicht is om voor bestaande medewerkers over te stappen naar het nieuwe systeem. Eventuele nieuwe medewerkers moeten dan wel instromen in een nieuwe pensioenregeling.

Wie wordt gecompenseerd?

De overgang naar het nieuwe stelsel moet evenwichtig zijn. Dat betekent dat er geen groepen onevenredig geraakt mogen worden. De verwachting is dat dit vooral zal gelden voor werknemers van boven de veertig. Voor hen is in het oude systeem eerst weinig premie betaald en zouden werkgevers juist nu meer premie gaan betalen. Daar moeten ze voor gecompenseerd worden. Dat kan geregeld worden door een stukje extra pensioenopbouw voor deze groep, maar het kan ook geregeld worden in andere arbeidsvoorwaarden.

Wat gebeurt er met het partnerpensioen?

Dat wordt uniformer. Zo komt er een uniformere definitie van het partnerbegrip. Nu is het nog zo dat elke pensioenregeling een eigen definitie kan hanteren of kan verlangen dat een partner verplicht moet zijn aangemeld. Dat verandert. Ook wordt de dekking onafhankelijk van het arbeidsverleden. Bij een overstap naar een nieuwe werkgever ondervindt je partner dus geen nadeel.
Een grote wijziging is ook dat het partnerpensioen bij overlijden vóór de pensioendatum niet meer mag bestaan uit daadwerkelijk opgebouwd kapitaal. Voortaan bestaat het partnerpensioen uit een risicoverzekering (zonder kapitaalopbouw). Reeds opgebouwde kapitalen voor een partnerpensioen blijven gewoon bestaan.

Welke keuzes kan ik maken?

Ook in het bestaande pensioenstelsel zijn er meer keuzes te maken dan mensen over het algemeen denken. Het nieuwe pensioenstelsel voegt daar de keuze van het ‘bedrag ineens’ aan toe. Ook zijn er in het nieuwe pensioenstelsel regelingen waarbij je zelf kunt kiezen tussen een variabel en een vast pensioen. Maar dat hangt af van wat werkgevers, werknemers en uitvoerders de komende tijd met elkaar afspreken. Pensioenuitvoerders, dus fondsen en verzekeraars, moeten zorgen dat deelnemers een overwogen keuze maken. Daarom moeten ze een keuzeomgeving inrichten waarin deelnemers kunnen zien welke financiële gevolgen een bepaalde keuze heeft.


Zo help je je kind bij de aankoop van een woning

De jubelton is verdwenen, maar er zijn nog steeds mogelijkheden voor ouders die hun kind willen helpen bij de aankoop van een eigen woning.

Nadat de jubelton in 2023 al flink was versoberd, zal deze schenkingsvrijstelling vanaf 1 januari 2024 helemaal van het toneel verdwijnen. Wel blijft de eenmalige schenkingsvrijstelling met een vrij bestedingsdoel bestaan, dit is in 2023 een bedrag van 28.947 euro, het bedrag voor 2024 is nog niet bekend. Hiervoor geldt wel dat het kind dat de schenking ontvangt tussen de 18 en de 40 jaar moet zijn.

Ook bestaat er voor ouders de jaarlijkse vrijstelling van 6.035 euro per jaar (2023), voor deze vrijstelling geldt geen leeftijdsgrens. Uiteraard mag je je kind ook meer schenken dan deze bedragen, maar dan moet er wel belasting worden betaald. Lees de regels voor alle vrijstellingen hier.

Lenen/schenken

Naast het eenmalig of jaarlijks schenken is ook een leen-/schenkconstructie een mogelijkheid. Dit wordt ook wel een familiehypotheek genoemd. Hiermee kunnen ouders (of andere familie) een kind met een eigen woning helpen. Een deel van het hypotheekbedrag wordt onderhands (dus zonder tussenkomst van een geldverstrekker zoals een bank) geleend bij familie. De te betalen rente en de looptijd worden in overleg vastgesteld, net als de voorwaarden voor de lening.

Ouders kunnen er vervolgens voor kiezen om de door het kind betaalde rente weer (deels) terug te schenken aan het kind, binnen de grenzen van de jaarlijkse schenkingsvrijstelling. Bovendien is de betaalde rente voor het kind fiscaal aftrekbaar. Hier zijn trouwens wel voorwaarden aan verbonden, de rente moet bijvoorbeeld wel marktconform zijn. Laat je goed informeren en zet een en ander goed op papier. Als de leen-/schenkconstructie goed is ingericht, is dat voor zowel het kind als de ouders voordelig.

Andere opties

Als ouder kun je ook nog meetekenen op de hypotheek of zelf het huis kopen en het vervolgens aan het kind verhuren.


Net niet gewonnen, maar wel een heel verdiende nominatie.

Onze aviseur Gabor Kovacs was genomineerd voor de titel Meest inspirerende adviseur door Nationale Nederlanden. De uitreiking heeft inmiddels plaatsgevonden: Net niet gewonnen, maar wel een heel verdiende nominatie.

Klik hier voor de podcasts van de 4 genomineerden en de winnaar van deze mooie titel.

‘We moeten het samen doen’

Gabor komt uit Hongarije en is mede door zijn achtergrond heel gemotiveerd om de wereld leefbaar te houden, ook voor toekomstige generaties. Duurzaamheid is daarom een vanzelfsprekend onderwerp tijdens zijn adviesgesprekken. Zelf heeft Gabor al het nodige verduurzaamd aan zijn huis, maar alleen zijn inspanning is niet genoeg: “We moeten het samen doen.”


Beter energielabel, lagere maandlasten

Hoe beter je energielabel, hoe beter het is voor je energierekening. Maar in veel gevallen beïnvloedt een goed energielabel ook de maandlasten van je hypotheek in positieve zin. Korting op de hypotheekrente op basis van energielabel komt steeds vaker voor.

Onderzoeksbureau MoneyView zocht uit dat een kwart van het totale aanbod aan hypotheken het energielabel meeweegt in de te betalen rente.

Sprong

Die korting krijg je in de regel sowieso voor een nieuwbouwwoning, omdat die sinds 2021 verplicht een energielabel A of beter hebben. Maar ook voor een bestaande woning kan deze korting gelden. De hoogste rentekorting geldt voor woningen met minimaal label A, maar ook label B levert in bepaalde gevallen nog wel een (beetje) korting op. En er bestaan ook hypotheken die een ‘labelsprong’ belonen: dus wanneer de huiseigenaar dankzij energiemaatregelen een beter label heeft weten te realiseren, en dat kan dan bijvoorbeeld ook van label G naar label C zijn. Soms geldt de eis dat de verbetering binnen 24 maanden na het afsluiten van de hypotheek bereikt moet zijn.

Korting

De hoogte van de energielabelkorting loopt volgens MoneyView uiteen van 0,02% tot en met 0,55%. Dat kan, uiteraard afhankelijk van je hypotheek, toch behoorlijk schelen. Bij een korting van 0,15% op een hypotheek van €350.000 gaat het toch al om ruim vier tientjes per maand.
Overigens zijn labelkortingproducten niet in alle gevallen goedkoper. Ook is de hoogte van de korting bij sommige producten wel wat afgenomen in de laatste paar jaar. Hiermee volgt de labelkorting de ontwikkeling van de hypotheekrentes. Nu hypotheekrentes de afgelopen maanden weer stijgen, zou het ook kunnen zijn dat er een stijging van de energielabelkorting volgt.

Wel registreren

Wil je in aanmerking komen voor korting op basis van het energielabel, dan moet het (nieuwe) energielabel zijn geregistreerd bij EP-online (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland). Als huiseigenaar ben je daar zelf verantwoordelijk voor. Sommige geldverstrekkers passen de korting daarna automatisch toe, maar het kan ook nodig zijn om het label actief aan te leveren bij de geldverstrekker. Let daar goed op.

Tip

Heb je al een hypotheek en heb je je woning de afgelopen tijd energiezuinig gemaakt? Ga eens na of je in aanmerking komt voor een korting. Soms moet je daarvoor wachten tot je huidige renteperiode is afgelopen.


Kan ik iets doen tegen een BKR-registratie?

Sta ik geregistreerd bij het Bureau Krediet Registratie? Bij veel mensen komt deze vraag boven wanneer ze een huis gaan kopen of een persoonlijke lening nodig hebben. Een (positieve) registratie kan immers het maximale leenbedrag begrenzen. En met een negatieve registratie kan het moeilijk worden om überhaupt een krediet te krijgen.

Een registratie bij BKR komt heel vaak voor. Zelfs een telefoon die op afbetaling wordt gekocht staat er geregistreerd. En denk ook aan het private lease contract voor een auto. Of een persoonlijk krediet. Een hypotheek is er trouwens niet bekend, maar het is weer wél bekend wanneer er een achterstand in de maandbetalingen is ontstaan. Ook een studieschuld staat niet bij het BKR geregistreerd, maar deze is door een geldverstrekker wel op te vragen bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO)

Positief en negatief

Een registratie is positief zolang je het krediet gewoon terugbetaalt zoals afgesproken. De registratie kan dan wel je maximale leenruimte beperken. Een registratie wordt negatief wanneer je bijvoorbeeld maandtermijnen gemist hebt, er een betalingsregeling is getroffen of wanneer je onbereikbaar was voor de kredietverstrekker.

Last van

Heb je last van een negatieve registratie uit het verleden omdat je bijvoorbeeld geen hypotheek kunt krijgen dan kun je in gesprek gaan met de kredietverstrekker en vragen of er een herbeoordeling kan plaatsvinden. Het is belangrijk om je eigen positie en de belemmeringen die je ervaart dan goed uit te leggen. Slaagt dit niet, dan kun je je wenden tot het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid). De Geschillencommissie zal dan een belangenafweging maken. Lees hier meer over hoe dat gaat

Tip

Voorzie je achterstanden omdat het financieel niet zo lekker gaat? Zit dan niet stil, maar kom in actie. Neem (samen met je financieel adviseur) contact op met je kredietverstrekker en maak betalingsafspraken. Geef inzicht in je financiële positie en stel een betalingsregeling voor. Dit proactieve gedrag werkt in je voordeel wanneer je later een negatieve registratie wilt aanvechten.


Hypotheek na je 57e vaak een stuk lager

Regeren is vooruitzien. Dat geldt zeker als je in de vijftig bent en nog plannen hebt om een huis te kopen of je hypotheek om een andere reden te veranderen of over te sluiten. Hoe dat zit, leggen we je graag uit. Omdat een hypotheek over het algemeen voor een periode van dertig jaar wordt afgesloten, houden banken rekening met jouw toekomstige financiën. Je 57e verjaardag is daarbij een belangrijk moment. Waarom? Omdat je dan ongeveer tien jaar van je AOW-leeftijd af zit.


Inkomen omlaag

Als je op je 67e stopt met werken en dus ‘met pensioen’ gaat, daalt meestal je bruto inkomen. Zeker als je geen of weinig pensioen hebt opgebouwd, is die kans groot. Daar staat tegenover dat je vanaf je AOW-leeftijd veel minder belasting betaalt (over de eerste € 38.000 aan inkomen). Netto is het verschil in inkomen dus kleiner.

Toch is die daling van inkomen voor banken een reden om jouw hypotheekaanvraag anders te beoordelen dan wanneer je jonger bent. Voor de berekening kijken ze uiteraard naar je salaris van de komende tien jaar, maar ook naar het inkomen in de twintig jaar daarna. Omdat dit meestal lager is, bestaat de kans dat je minder kunt lenen voor je woning.

Overwaarde gebruiken

Voor veel mensen blijven er gelukkig voldoende mogelijkheden en alternatieven. Bijvoorbeeld omdat ze overwaarde hebben op hun huidige woning. Dat wil zeggen: hun woning is (veel) meer waard dan er aan hypotheek uitstaat. Bij verkoop kunnen ze die overwaarde in hun nieuwe huis stoppen, waardoor de nieuwe hypotheek minder hoog hoeft te zijn. 

Die overwaarde kun je trouwens ook op andere manieren inzetten. Bijvoorbeeld om je bestaande huis te verbouwen, zodat het levensloopbestendig wordt. Of door het geld te gebruiken als aanvulling op je pensioeninkomen. Banken bieden dergelijke opties aan onder verschillende namen, zoals bijvoorbeeld de verzilverhypotheek of de opeethypotheek. 


schademelden
mijn BSB