Doe de winterklaar check!

Veel autobedrijven bieden aan om je auto te controleren op de belangrijkste veiligheidspunten voor de winter. Soms doen ze zo’n winterbeurt of winterinspectie zelfs gratis. Je auto wordt gecontroleerd op de banden, remmen, ruitenwissers, vloeistoffen, elektrische systemen en accu, verlichting en sloten. Voor je jouw auto naar de garage brengt, kun je een aantal winteraandachtspunten ook zelf alvast controleren. Zo kun je de eventuele kosten beperken.

Winterbanden met een goede bandenspanning

Winterbanden hebben veel meer grip op de weg wanneer er sneeuw en ijs ligt. Maar ook op droge wegen zijn winterbanden veiliger bij lage temperaturen. Tijdens winterse omstandigheden en bij een wintersportvakantie is het daarom veel veiliger om te rijden met winterbanden. Daarnaast is het verstandig om naar een wintersportgebied sneeuwkettingen mee te nemen. In sommige landen zijn winterbanden en sneeuwkettingen zelfs verplicht.

> Bekijk hier de regels per land

Een goede bandenspanning is veilig. Het zorgt voor een betere wegligging en een kortere remweg. Daarnaast levert het minder slijtage op en bespaart het op brandstofverbruik. Ieder merk banden heeft een eigen bandenspanningstabel waarop staat wat de juiste bandenspanning voor jouw band, auto en belading is. Vaak vind je deze tabel in je tankdop. Bij het benzinestation kun je je band weer op de juiste spanning brengen.

Koelvloeistof (antivries) koelt motor en voert warmte af

Het is van belang dat er voldoende koelvloeistof (of antivries) in je auto aanwezig is. Dit zorgt voor het afkoelen van de motor en het afvoeren van de warmte via de radiator. Met een antivriesmeter kun je controleren of de koelvloeistof nog voldoende beschermt tegen vorst. Erg belangrijk, want bevroren koelvloeistof werkt niet, waardoor de motor tijdens het rijden niet gekoeld wordt en er grote schade aan de motor kan ontstaan. Controleer de koelvloeistof wanneer de motor volledig is afgekoeld en niet loopt. Op het reservoir is af te lezen of het koelvloeistofniveau nog voldoende is. Onvoldoende koelvloeistof kun je zelf aanvullen.

 
Winter ruitenwisservloeistof bij lage temperaturen

Voor de winter is er speciale ruitenwisservloeistof. Deze vloeistof kan vaak tegen temperaturen tot -20 graden Celsius. Bij het rijden op snelwegen kan door de rijwind de temperatuur dalen, daarom is het aan te raden om in een wintersportgebied de winter ruitenwisservloeistof puur te gebruiken. Haal wel eerst de zomervloeistof uit het reservoir voor je de wintervloeistof erin doet, zodat je de vloeistof niet verdunt. In een wintersportgebied heb je ook meer last van opspattend water met pekel en vuil, waardoor je waarschijnlijk meer vloeistof verbruikt dan normaal. Let er daarom op dat het reservoir vol is.

Bij extreme kou kan het alsnog voorkomen dat de ruitenwisservloeistof bevriest. Probeer in dat geval het gebruik van de ruitenwissers te beperken. Een voorruit die vuil is van opspattend water met pekel geeft een nog slechter zicht na gebruik van de ruitenwisser zonder vloeistof. Probeer zo snel mogelijk op een veilige plaats de voorruit schoon te poetsen met sneeuw of water. Zijn de sproeikopjes vuil of bevroren, prik deze dan voorzichtig door met een naald. Denk er dus aan ook een naald in de auto te hebben.

 

Ruitenwissers voor goed zicht

Door opspattend water met pekel en vuil wordt de voorruit sneller vuil en het zicht beperkt. Zijn de ruitenwissers verouderd, dan wordt het rubber hard. Bij koude temperaturen, en zeker in een wintersportgebied, neemt de werking dan af. Laten de ruitenwissers strepen of een waas achter, maken ze een schurend rubber geluid of laten er delen los, dan moet je ze vervangen. Om te voorkomen dat de ruitenwissers bij vorst, ijzel en sneeuwval vastvriezen aan de voorruit, kun je de ruitenwissers omhoog zetten tijdens de nacht of wanneer je de auto langdurig parkeert.

 

Verlichting voor veiligheid

Bij koud weer kunnen oude lampen ineens kapot gaan. Controleer daarom de werking van de verschillende lichtvormen: groot licht, dimlicht, knipperlichten, remlichten en mistlampen. Als de verlichting van de koplamp kapot is, vervang dan meteen beide lampen. Je kunt ervan uitgaan dat de andere lamp binnenkort ook moet worden vervangen. Ook voorkom je zo dat je twee verschillende soorten licht voert. En zorg er daarnaast altijd voor dat je een complete set reservelampen in je auto hebt liggen.