Schadevrije jaren leveren over het algemeen een mooie korting op de autoverzekering op. Na een schade die de verzekeraar vergoedt, val je terug in het aantal schadevrije jaren en krijg je een (soms forse) premieverhoging voor je kiezen. Verzekerden beklagen zich daar regelmatig over, vooral als de oorzaak van de schade niet bij hen ligt, maar bij een ander.
Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid) behandelt geregeld klachten van automobilisten over een terugval in schadevrije jaren. Bijvoorbeeld wanneer niet de verzekerde zelf, maar een familielid zonder toestemming in de auto reed. Toch gaat zo’n schade, als de verzekeraar deze vergoedt, ten koste van de schadevrije jaren van de verzekeringnemer. Datzelfde geldt wanneer de auto is uitgeleend aan bijvoorbeeld de buurman. Het is dan ook verstandig om in die gevallen afspraken te maken. Lees hier meer.
AanrijdingEen andere klacht die vaak voorkomt is de situatie waarin er onenigheid bestaat over de oorzaak van de schade, bijvoorbeeld in geval van een aanrijding. Immers, wanneer jouw verzekeraar de schade kan verhalen op de tegenpartij, dan val jij niet terug in schadevrije jaren. Soms klagen verzekerden erover dat hun verzekeraar niet genoeg heeft gedaan om de schade op de tegenpartij te verhalen. Het Klachteninstituut zal dan beoordelen of de verzekeraar zich voldoende heeft ingespannen.
VandalismeOok bij schades waar je als verzekerde niets aan kunt doen, kun je schadevrije jaren verliezen. Denk aan een kras op je auto door vandalisme. Natuurlijk kun je ervoor kiezen zo’n schade zelf te betalen en zo een terugval te voorkomen. Een aantal schades is uitgezonderd van een terugval in schadevrije jaren. Deze situaties, zoals schade door brand of schade aan ruiten zijn terug te vinden in de verzekeringsvoorwaarden.
Correct toegepastHet is belangrijk om bij het aangaan van een autoverzekering te controleren of het aantal schadevrije jaren correct is toegepast. Meestal staan ze vermeld op het polisblad. Een schadevrij jaar moet niet verward worden met de positie op de bonus/malus ladder van de verzekeraar. Elke trede geeft een bepaald kortingspercentage en elke verzekeraar heeft een eigen ladder. Wel werken alle verzekeraars met dezelfde definitie van een ‘schadevrij jaar’ en is de ‘terugval’ bij het claimen van een schade bij alle verzekeraars hetzelfde. Wordt een schade vergoed, dan daalt het aantal schadevrije jaren met vijf jaren. Maar het effect op de premie kan per verzekeraar dus verschillen.
Lees meer in het Kennisdocument van Kifid.
Ook goed om te wetenSinds 2022 zijn schadevrije jaren overdraagbaar in geval van overlijden en echtscheiding. Dit voorkomt dat de partner die ook veel in de gezinsauto reed op nul moet beginnen. Om dit te regelen moet je zelf in actie komen.
Veel jongeren wonen thuis, terwijl ze liever zouden vertrekken. Maar dat is lastig met de huidige woningmarkt. Het aantal jongeren dat het ouderlijk huis wil verlaten, maar daar niet in slaagt, neemt steeds verder toe.
Uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat van de jongeren die in 2021 aangaven het huis uit te willen, in 2023 45 procent daadwerkelijk is verhuisd. Dat percentage lag enkele jaren geleden nog op 51 procent.
Liever kopenSteeds meer thuiswonende jongeren willen bij het verlaten van het ouderlijk huis direct naar een koopwoning: 46 procent geeft daar de voorkeur aan. Van 2015 tot 2017 wilde nog ongeveer twee derde van de thuiswonende jongeren bij het verlaten van het ouderlijk huis (eerst) naar een huurwoning en een derde meteen naar een koopwoning.
Ondanks die wens lukt het niet altijd. In 2023 woonde 29 procent van de jongeren die in de twee jaar daarvoor uit huis gingen in een koopwoning. Thuiswonende jongeren met een voorkeur voor een koopwoning moesten dus vaker kiezen voor een huurwoning.
Meer kansEr zijn een paar groepen die er makkelijker in slaagden onderdak te vinden. Thuiswonende jongeren die vanwege studie of werk willen uitvliegen, verhuisden vaker dan degenen die uit huis willen om zonder ouders te wonen. Mogelijk komt dit doordat mensen die voor studie of werk verhuizen ook echt moeten verhuizen. Ook de jongeren die direct willen samenwonen lukte het relatief vaak om te verhuizen.
En tot slot: een kamer is makkelijker gevonden dan een heel huis. Thuiswonende jongeren die vooral op zoek zijn naar een eengezinswoning of een appartement, verhuisden minder vaak dan degenen die zochten naar een gedeelde woning, zoals een kamer in een studentenflat. Thuiswonende jongeren met een eigen inkomen uit betaald werk hadden meer kans om hun verhuiswens te realiseren dan jongeren zonder inkomen of met een uitkering.
Verder lezenWil je je kind financieel helpen?
Zo help je je kind bij de aankoop van een woning
Schenken, dit zijn de mogelijkheden
Wil je je kind helpen om inzicht te krijgen in de mogelijkheden en kosten van een eigen woning?
Je eerste huis kopen, wat zijn de mogelijkheden?
Hoeveel spaargeld heb ik nodig voor de kosten koper?
Vanaf je achttiende heb je zelf recht op zorgtoeslag. Toch vragen studenten de toeslag niet altijd aan, terwijl het bedrag op een studentenbegroting (de toeslag is maximaal 123 euro) toch behoorlijk scheelt.
Uit onderzoek van budgetinstituut Nibud blijkt dat van alle bol-studenten (mbo) van 18 jaar of ouder 80 procent zorgtoeslag ontvangt. Dit percentage ligt hoger dan in 2021: toen was het 67 procent. Onder bbl-studenten (beroepsbegeleidende leerweg waarbij vooral gewerkt wordt) is het percentage dat zorgtoeslag ontvangt gedaald, van 60 naar 43 procent.
AchterstandOmdat een kwart van de mbo-studenten met schulden of betalingsachterstanden kampt (en dat is ook regelmatig een achterstand bij de zorgverzekering), adviseert Nibud om studenten te blijven wijzen op de mogelijkheid om zorgtoeslag aan te vragen. Ook ouders spelen hier een rol in.
UitwonendHet percentage hbo- en wo-studenten dat zorgtoeslag ontvangt, ligt ook iets hoger dan in 2021, 83 tegen 78 procent. Uitwonende studenten betalen vaker zelf voor hun verzekeringen: zorgverzekering, inboedelverzekering en reisverzekering. Bij thuiswonende studenten nemen ouders vaker de vaste lasten voor hun rekening, zoals zorgverzekering en telefoonkosten.
Let op: Voor het aanvragen van toeslag maakt het niet uit dat de student de premie voor de zorgverzekering niet zelf betaalt. Ook mag een student nog op de polis van de ouders zijn meeverzekerd.
InkomensgrensJe kunt in 2024 zorgtoeslag krijgen als je jaarinkomen niet boven de grens van € 37.496 uitkomt. Dat gebeurt niet automatisch, je moet de tegemoetkoming wel zelf aanvragen. Ontdek hier hoe hoog de zorgtoeslag in jouw geval is.
1. Wat is jaarruimte en hoe werkt het?
Jaarruimte is het bedrag dat je extra mag sparen voor je pensioen, en dat je mag aftrekken van de belasting. Dit is vooral handig als je te weinig pensioen opbouwt via je werk of als je zzp'er bent. Je kunt bijvoorbeeld een lijfrente gebruiken om dit te regelen. Hoe minder pensioen je via je werk opbouwt, hoe meer jaarruimte je hebt.
2. Hoe bereken ik mijn jaarruimte?
Het berekenen van je jaarruimte kan ingewikkeld zijn. Gelukkig kun je het makkelijk berekenen op de website van de Belastingdienst. Daar staat een handige tool die je helpt. De hoogte van je jaarruimte hangt af van jouw persoonlijke situatie, bijvoorbeeld of je in loondienst bent of zzp’er. Heb je vragen? Wij helpen je graag verder!
3. Kan ik mijn jaarruimte later nog gebruiken als ik die nu niet benut?
Ja, dat kan! Dit heet reserveringsruimte. Je mag jaarruimte die je in de afgelopen 10 jaar niet hebt gebruikt, alsnog benutten. In 2024 kun je dus niet-benutte jaarruimte van 2014 tot en met 2023 inhalen. Let op: je moet eerst de oudste niet-benutte ruimte gebruiken.
4. Tot wanneer kan ik mijn jaarruimte storten?
Je hebt tot 31 december van elk jaar de tijd om je jaarruimte te storten. Vanaf 1 januari begint er weer een nieuw jaar en dus nieuwe jaarruimte.
5. Is jaarruimte alleen interessant voor mensen met een hoog inkomen?
Nee, iedereen kan profiteren van jaarruimte, ongeacht je inkomen. Je krijgt altijd belastingvoordeel, ongeacht hoeveel je verdient. Als je een hoger inkomen hebt, kan het belastingvoordeel wel groter zijn, omdat je meer belasting betaalt over een hoger inkomen. Het hangt dus af van jouw situatie.
6. Wat zijn de voordelen van jaarruimte benutten?
Er zijn drie belangrijke voordelen:
Je betaalt minder belasting. Het bedrag dat je voor je pensioen spaart, mag je aftrekken van je belastbare inkomen.
Je bouwt extra pensioenvermogen op voor later, zodat je genoeg geld hebt als je stopt met werken.
Je betaalt pas belasting als je het pensioen ontvangt, wat vaak gunstiger is omdat je dan minder belasting betaalt dan nu.
7. Wat is er veranderd aan jaarruimte sinds 2023?
Sinds 1 juli 2023 is er door de Wet toekomst pensioenen (Wtp) het een en ander veranderd:
Je jaarruimte is verhoogd naar 30% van je pensioengevend inkomen (was eerst 13,3%).
Je kunt nu niet-benutte jaarruimte van de afgelopen 10 jaar inhalen (was eerst 7 jaar).
Je mag tot 5 jaar na je AOW-leeftijd jaarruimte blijven inleggen (was tot aan je AOW-leeftijd).
8. Wat zijn de fiscale cijfers voor jaarruimte in 2024?
Maximale jaarruimte in 2024: € 36.077
Maximale reserveringsruimte in 2024 (inhalen tot 10 jaar terug): € 41.608
Maximale inkomen waarover je jaarruimte mag berekenen: € 137.800
AOW-franchise 2024: € 17.545
Veel huizenkopers zijn bereid om de ontbindende voorwaarden in het voorlopig koopcontract te schrappen als ze op die manier meer kans maken op de woning. Je loopt dan echter wel een groot financieel risico.
Uit een enquête van Makelaarsland blijkt dat 14 procent van de ondervraagden überhaupt niet van plan is om ontbindende voorwaarden op te nemen wanneer ze een bod doen. Een groter percentage, 45 procent, staat ‘welwillend’ tegenover het idee om de voorwaarden te laten vallen wanneer ze zo meer kans maken om de slag om de woning te winnen.
Hoe zit het ook alweer?
Na het tekenen van het voorlopig koopcontract heb je drie dagen wettelijke bedenktijd. Je kunt dan zonder opgave van redenen van de woning af. Is die periode verstreken, dan kun je alleen nog kosteloos van de koop af wanneer je je kunt beroepen op ontbindende voorwaarden.
Welke ontbindende voorwaarden zijn er?
• Het voorbehoud van financiering is de belangrijkste. Met deze voorwaarde ben je beschermd wanneer een hypotheekverstrekker je het benodigde bedrag niet wil lenen. Je moet meestal wel twee afwijzingen kunnen laten zien. Soms koppelen huizenkopers ook de Nationale Hypotheek Garantie aan deze voorwaarde: lukt het niet om een hypotheek met NHG te verkrijgen, dan kunnen ze onder de koop uit.
• Het voorbehoud van bouwkundige keuring is een belangrijke tweede. Vaak wordt er dan een drempelbedrag opgenomen in het voorlopig koopcontract. Bijvoorbeeld: wanneer de herstelkosten van de geconstateerde gebreken de tienduizend euro te boven gaan, kan de koper het contract kosteloos ontbinden.
• Een derde is het voorbehoud van verkoop eigen woning. Je neemt dan een datum op wanneer de woning van de koper verkocht moet zijn.
Geen ontbindende voorwaarden?
Heb je géén ontbindende voorwaarden opgenomen en moet je na de bedenktijd toch ontbinden, dan ben je in de regel tien procent van de koopsom verschuldigd. Dat bedrag kan hoger worden wanneer de verkopers kunnen aantonen dat hun schade hoger is.
Ook kan het voorkomen dat je wél ontbindende voorwaarden hebt opgenomen, maar dat je niet aan de eisen voldoet om ze in te mogen roepen. Je laat bijvoorbeeld slechts één afwijzing van een bank zien, terwijl er volgens het koopcontract twee vereist zijn. Ook moet je serieus met de ontbindende voorwaarden omspringen, lees daarover hier meer.
Wat kan er nou eigenlijk misgaan?
Waar zijn die voorbehouden nou écht voor nodig, vragen veel huizenkopers zich af. Ik heb toch online een berekening gemaakt en dit is het bedrag dat ik kan lenen. Toch kan er iets misgaan. Bijvoorbeeld omdat de bank de woning lager taxeert dan de koopprijs die jij moet betalen: je zit dan met een gat in je financiering. Of omdat er toch een BKR-registratie of studieschuld opduikt die je leenruimte verkleint. Maar ook een onverwacht ontslag komt voor. Let op: veel banken en advieskantoren werken tegenwoordig met een hypotheekverklaring die meer zekerheid biedt: informeer er naar bij je hypotheekadviseur.
Zie je af van het voorbehoud van bouwkundige keuring, dan sta je minder sterk wanneer er toch iets met het huis blijkt te zijn. De verkoper heeft een mededelingsplicht, maar als koper heb je een onderzoeksplicht. Met een keuring vul je die onderzoeksplicht voor een groot deel in. Het is heel lastig om achteraf aan te tonen dat de verkoper een bepaald gebrek bewust heeft verzwegen. Zeker in geval van een wat oudere woning is het verstandig om een bouwkundige te laten komen. Je kunt dan nog van de koop af, of opnieuw in onderhandeling gaan om een lagere prijs te bewerkstelligen.