Een aanrijding is vervelend, maar helemaal wanneer er geharrewar ontstaat over de precieze toedracht. Soms wordt zo’n zaak tot aan het Gerechtshof uitgevochten. Het is belangrijk om ondanks de ‘schrik’ van de aanrijding altijd heel goed de situatie en omstandigheden in kaart te brengen.
Neem dit praktijkvoorbeeld van een aanrijding tussen een Mercedesbestelbus met aanhanger en een Suzuki personenauto. De Suzuki stond geparkeerd in een diagonaal parkeervak aan de linkerzijde van de rijbaan. In de straat geldt eenrichtingsverkeer. De Mercedes met aanhanger reed in de verboden rijrichting. De Suzuki wilde uitparkeren. De voorzijde van de aanhanger kwam in botsing met de rechter achterzijde van de Suzuki.
De bestuurder van de Suzuki heeft wisselende verklaringen afgelegd. Ze heeft gesteld dat zij achteruit wilde gaan rijden, maar nog stilstond in het parkeervak, maar later heeft ze ook verklaard dat ze al reed. Volgens haar heeft de aanhanger haar auto geraakt omdat deze is gaan slingeren doordat de Mercedes te hard over een verkeersdrempel reed. De bestuurder van de Mercedes ziet het anders: de oorzaak van de botsing is dat de Suzuki achteruit uit het parkeervak reed, zonder voorrang te verlenen.
De zaak komt voor de rechtbank. Volgens de rechtbank heeft de Suzuki-bestuurder onvoldoende bewezen dat zij nog stilstond in het parkeervak toen de botsing plaatsvond. De rechtbank gaat dan uit van de bekende voorrangsregel: “Bestuurders die een bijzondere manoeuvre uitvoeren, zoals (…) achteruitrijden (…) moeten het overige verkeer voor laten gaan.” Dat is een absolute regel, zegt de rechtbank en het maakt dan voor de schuldvraag niet uit dat de Mercedes tegen de toegestane rijrichting in reed.
De Suzuki-bestuurder laat het er niet bij zitten en gaat in hoger beroep. Daar krijgt ze deels gelijk. Ook het Hof concludeert dat de vrouw al reed, rapporten van diverse ingeschakelde experts wijzen daarop. Zij moest dus voorrang verlenen. Maar het Hof vindt wel dat de Mercedesbestuurder ook iets te verwijten valt: door tegen het verkeer in te rijden heeft hij de kans op een ongeval verhoogd. Het Hof vindt daarom dat de helft van de schade van de Suzukibestuurder moet worden vergoed.