Een van je ouders is overleden en jij wikkelt de administratie af. Je weet zeker dat er een levensverzekering moet zijn, maar de documenten zijn onvindbaar en je hebt geen idee bij welke verzekeraar je moet aankloppen. Je bent echt niet de enige. Jaarlijks doen duizenden mensen een beroep op de zogenoemde Zoekservice Levensverzekeringen.

Met de digitale Zoekservice Levensverzekeringen van het Verbond van Verzekeraars kun je nagaan of een dierbare overledene een levensverzekering had. Bijvoorbeeld als een familielid wel eens heeft verteld dat hij of zij een verzekering had, maar je niet weet waar die verzekering liep. Of omdat je vader of moeder er niet over sprak, maar je het toch zeker wilt weten.

Voor jezelf

Je kunt ook een zoekvraag indienen voor jezelf. Omdat je twijfelt of je in het verleden een levensverzekering hebt afgesloten en de polis nergens meer kunt vinden. Of omdat de polis verloren is gegaan bij een inbraak of brand.  
Let op: je kunt niet een aanvraag indienen om polissen van in leven zijnde familieleden te zoeken. Dat zullen zij voor zichzelf moeten doen.

Indienen

Wanneer je een digitale aanvraag indient, dan wordt deze doorgestuurd naar alle deelnemende levensverzekeraars. Zij zoeken in hun bestanden naar polissen. De meeste aanvragen worden door partners en kinderen ingediend. 

Zelf zoeken

Voordat je een aanvraag indient, moet je wel zelf al wat actie hebben ondernomen. Staat je bijvoorbeeld bij dat je vader of moeder het over een bepaalde verzekeraar had? Bel die dan eerst. Heb je een financieel adviseur, vraag dan hem of haar om hulp. Je kunt natuurlijk ook de financieel adviseur van je overleden familielid om hulp vragen. Wellicht dat die weet waar je moet beginnen.

Alle verzekeraars

Op de website van het Verbond van Verzekeraars staan bijna alle Nederlandse verzekeraars op een rijtje. Bestaat de verzekeraar die je zoekt inmiddels niet meer? Dan kun je de rechtsopvolger achterhalen via de Informatiedesk van De Nederlandsche Bank. Deze Informatiedesk is te bereiken via emailadres info@dnb.nl of via telefoonnummer 0800 020 1068 (gratis). 

Onze zomers worden warmer en droger en tegelijk kunnen er grote hoeveelheden neerslag in korte tijd vallen. Daarop voorbereid zijn door het nemen van maatregelen wordt klimaatadaptatie genoemd. In sommige gemeenten krijg je daar als inwoner subsidie voor.

Er zijn verschillende dingen die je kunt doen om je huis en tuin aan te passen aan het veranderende klimaat. Zo werkt een groene tuin verkoelend in tijden van hitte. Hoe minder tegels, hoe makkelijker het regenwater in de bodem kan zakken. Daarnaast biedt het verwijderen van bestrating meer ruimte aan flora en fauna en het natuurlijke bodemleven. Vervang tegels of beton waar mogelijk door kiezels, grind of schelpen. De aarde blijft dan koeler en vochtiger. Onderhoud de bomen in je groene tuin goed, want ieder jaar zorgen afbrekende takken voor veel schade.

Koel huis

Voor het koel houden van je huis lees je hier veel nuttige tips. Ook isolatie hoort daarbij. Veel mensen denken bij isolatie aan het tegenhouden van kou (en dus een lagere energierekening), maar in een goed geïsoleerd huis dringt de warmte minder snel binnen. Denk daarbij ook eens aan zonwerend glas.

Waterafvoer

Dakgoten en regenpijpen zijn vaak gekoppeld aan de riolering. Om ervoor te zorgen dat regenwater in een aangrenzende sloot, wadi, ondergrondse waterbuffer of regenton belandt, kun je de hemelwaterafvoer afkoppelen van het riool en ergens anders naartoe leiden. Het is niet de bedoeling om alle afvoeren naar het riool los te koppelen. Het regenwater zorgt er namelijk ook voor dat de riolering schoon wordt gespoeld.

Neerslag

Om je woning te beschermen tegen extreme neerslag is het verstandig om ramen, deuren en kozijnen waterdicht te maken en een drempel te plaatsen voor de kelder, begane grond en tuindeuren. Heb je een kelder waar spullen zijn opgeslagen? Plaats deze spullen op een verhoging van minimaal 10 centimeter. Houd verder de dakgoten schoon. Een volle, vuile dakgoot kan bij hevige neerslag voor lekkage zorgen. Een andere manier om de hoeveelheid regenwater, dat van het dak op de grond terechtkomt, te verminderen is het aanleggen van een groen dak. Bovendien houdt zo’n dak het huis in de zomer lekker koel.

Subsidies

Steeds meer gemeentes geven particulieren en bedrijven subsidies voor de maatregelen die ze treffen. Bijvoorbeeld per vierkante meter aangelegd groen of voor het afkoppelen van het hemelwater en de aanleg van een waterberging.

Nu de hypotheekrente in korte tijd fors is gestegen, hoor je er meer mensen over: de meeneemregeling, ook wel verhuisregeling genoemd. Het betekent dat je je bestaande rente meeneemt naar een nieuwe woning. Maar hoe werkt dat?

De mogelijkheid om je hypotheekrente mee te nemen wordt in vrijwel alle hypotheekvoorwaarden aangeboden (controleer dat wel eerst even, want er zijn altijd uitzonderingen!) en is uiteraard een mooie optie wanneer je wilt verhuizen, de rente flink gestegen is en je nog een stuk van je rentevaste periode over hebt. Maar er zijn wel voorwaarden aan verbonden die je goed moet kennen. Waar moet je zoal op letten?

Leningdeel en looptijd

De rente die je mag meenemen is in de regel gemaximeerd op het bedrag dat je nu nog schuldig bent aan je hypotheekaanbieder en geldt dus niet over de originele hypotheeksom. De meegenomen rente geldt voor het restant van de rentevaste periode, daarna zal er een nieuwe rente volgen. Heb je een hogere hypotheek nodig, dan betaal je voor dat leningdeel uiteraard de actuele hypotheekrente. Houd er rekening mee dat je die extra hypotheek in het algemeen bij dezelfde hypotheekverstrekker moet afsluiten.

Termijn

Je oude rente is niet onbeperkt houdbaar. Vaak is er een termijn verbonden aan het meeverhuizen. Meestal mag er maximaal zes maanden zitten tussen de verkoop van je oude woning (en dus het aflossen van de oude hypotheek) en het ingaan van de nieuwe hypotheek. Maar er zijn ook kortere en langere termijnen bekend. Daarnaast moet je het verzoek om de meeneemregeling in te zetten tijdig bekend maken aan de aanbieder, ook hier gelden vaak vaste termijnen en voorschriften voor.

Risicoklasse

Wanneer je nu een hypotheek met Nationale Hypotheek Garantie (NHG) hebt, profiteer je van een lagere rente doordat de hypotheekverstrekker minder risico loopt, er is immers een vangnet. Misschien verhuis je naar een duurdere woning waardoor je niet meer onder deze regels valt. Het kan daardoor zijn dat je meeverhuizende rente toch iets hoger uitvalt. Ook zal de geldverstrekker opnieuw bekijken hoe de hypotheek zich verhoudt tot de waarde van de woning. Dat heeft eveneens invloed op de hoogte van de rente. Heb je nu een rentekorting op basis van een gunstig energielabel en verhuis je naar een woning met een slechter label? Ook dat beïnvloedt het meeverhuizende rentepercentage.

Korter dan tien jaar

Wanneer de resterende looptijd van je oude rente korter is dan tien jaar, dan kan er een kink in de kabel komen. Voor het leningdeel waarvoor je de oude rente wilt meenemen, moet de aanbieder de betaalbaarheid op voorschrift van de toezichthouder toetsen met een hogere rente (5 procent). Dat is geen probleem wanneer je veel leenruimte hebt, maar kan roet in het eten gooien wanneer je het plafond van wat je kunt lenen (bijna) hebt bereikt. Dit kan bij sommige hypotheekverstrekkers worden opgelost door rentemiddeling.

Tip!

Ben je van plan om te verhuizen en heb je een hypotheekrente die lager is dan de huidige rente? Neem tijdig contact op met je hypotheekadviseur. Die kan voor je nagaan of het meenemen daadwerkelijk voordelig is, wat het betekent voor je leenruimte, of er mogelijk een bepaalde uitzondering geldt voor jouw specifieke hypotheek of situatie en waar je verder op moet letten.

Wil je een verzekering afsluiten voor het geval je arbeidsongeschikt raakt? Bijvoorbeeld een aov als ondernemer of een woonlastenverzekering als particulier? Je moet dan een medische vragenlijst invullen. Doe dat secuur, want een foutje kan je duur komen te staan.

Het invullen van een gezondheidsverklaring moet je niet zomaar tussendoor doen. Vragen moeten volledig en naar waarheid beantwoord worden en dat is als aanvrager zelfs je wettelijke plicht. Ook als je denkt dat dat ene bezoekje aan een psycholoog tien jaar geleden niet belangrijk was of die gebroken knie uit je jeugd; vermeld het toch maar. Dat de verzekeraar naar een bepaalde categorie klachten vraagt, geeft aan dat het relevant is om te noemen.

Op basis van de gegevens in de verklaring brengt de verzekeraar de risico’s in kaart en bepaalt of hij je wil verzekeren en tegen welke voorwaarden en welke premie.

Met opzet

Ben je onvolledig en komt de verzekeraar daar achter, dan zijn er in principe twee scenario’s. Wie opzettelijk dus bewust onvolledig was, krijgt geen uitkering van de verzekeraar. Uiteraard moet de verzekeraar wel aannemelijk kunnen maken dat er sprake van opzet was. Ook loop je kans dat je gegevens worden opgenomen in een van de frauderegisters. Het wordt dan erg lastig om nog een verzekering te krijgen.

Per ongeluk

Wie per ongeluk iets is vergeten kan nog steeds recht hebben op een uitkering, tenzij de verzekeraar kan aantonen dat hij bij kennis van de echte stand van zaken geen verzekering met je zou hebben gesloten of alleen onder voorwaarden een verzekering had willen sluiten.

Lees er meer over in dit kennisdocument van klachteninstituut Kifid. Hierin staan ook een aantal voorbeelden beschreven.

Tip

Twijfel je over de achtergrond van een bepaalde gezondheidsvraag: raadpleeg je financieel adviseur of de verzekeraar. Vul niet zomaar iets in: de gevolgen komen voor eigen rekening en risico.

Alles over studiefinanciering, inkomen en bijverdienen.

Bijverdienen tijdens je studie of zelfs een eigen bedrijfje opzetten: het is financieel vaak noodzakelijk om alles te kunnen bekostigen, maar ook leuk en leerzaam. Waar moet je op letten?

 Print

Bijverdienen en studiefinanciering

Veel studenten hebben een bijbaan. Tot 2020 was er een grens aan het bedrag dat je mocht bijverdienen. Die bijverdiengrens is losgelaten. Ook mbo-studenten mogen nu onbeperkt bijverdienen naast hun studiefinanciering, net als ho-studenten. Tot nu toe mocht je ongeveer € 16.000 bijverdienen per kalenderjaar. Controleer hier de regels van studiefinanciering en bijverdienen.

Bijbaan en verzekeringen

Wanneer je bij een bedrijf werkt en je maakt daar per ongeluk iets kapot, dan is dat in de regel gedekt op de aansprakelijkheidsverzekering van het bedrijf of het uitzendbureau. Ook zijn zij verzekerd mocht jou iets overkomen in de uitoefening van je functie waardoor je een periode niet kunt werken.

Dat wordt een ander verhaal wanneer je als zelfstandige ergens werkt. Doe hier dus vooraf onderzoek naar.

Student en eigen bedrijf

Ook als student kun je een eigen bedrijf beginnen. Misschien ben je heel handig in het ontwerpen van websites, maak je mooie foto’s of heb je een eigen product ontwikkeld. Je kunt je bedrijf inschrijven bij de Kamer van Koophandel.

Wanneer je minder omzet dan 20.000 euro per jaar, dan kun je in aanmerking komen voor de Kleine Ondernemers Regeling (KOR), je hoeft dan geen btw te rekenen en geen btw-aangifte te doen.

Als zzp’er is het verstandig om je risico’s in kaart te brengen. Heb je een voorraad? Loop je het risico dat een bedrijf je aansprakelijk stelt voor een fout in je werk? Wat gebeurt er wanneer je schade toebrengt aan spullen van een opdrachtgever?

Ook ben je niet via de opdrachtgever verzekerd wanneer je bijvoorbeeld je been breekt en een tijdje niet kunt werken. Het ligt natuurlijk erg aan het type werk dat je doet hoe groot de risico’s zijn. Samen met je eerste financieel adviseur kun je deze in kaart brengen.

Werken en belasting

Wie werkt, betaalt belasting. In geval van een bijbaantje zal de werkgever de belasting automatisch inhouden op je salaris. Je kunt een deel daarvan terugvragen door aangifte te doen, wat tot vijf jaar terug mogelijk is. Zeker in geval van meerdere bijbaantjes is de kans groot dat je teveel belasting hebt betaald.

Als eigen ondernemer kan een boekhouder handig zijn. Die helpt je bij het indienen van de eventuele BTW-aangifte, bij het opmaken van de jaarrekening en het doen van de jaarlijkse aangifte inkomstenbelasting.

Je situatie verandert wanneer je klaar bent met studeren en een baan hebt gevonden. Lees waar je rekening mee moet houden bij je eerste baan.

Sta ik geregistreerd bij het Bureau Krediet Registratie? Bij veel mensen komt deze vraag boven wanneer ze een huis gaan kopen of een persoonlijke lening nodig hebben. Een (positieve) registratie kan immers het maximale leenbedrag begrenzen. En met een negatieve registratie kan het moeilijk worden om überhaupt een krediet te krijgen.

Een registratie bij BKR komt heel vaak voor. Zelfs een telefoon die op afbetaling wordt gekocht staat er geregistreerd. En denk ook aan het private lease contract voor een auto. Of een persoonlijk krediet. Een hypotheek is er trouwens niet bekend, maar het is weer wél bekend wanneer er een achterstand in de maandbetalingen is ontstaan. Ook een studieschuld staat niet bij het BKR geregistreerd, maar deze is door een geldverstrekker wel op te vragen bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO)

Positief en negatief

Een registratie is positief zolang je het krediet gewoon terugbetaalt zoals afgesproken. De registratie kan dan wel je maximale leenruimte beperken. Een registratie wordt negatief wanneer je bijvoorbeeld maandtermijnen gemist hebt, er een betalingsregeling is getroffen of wanneer je onbereikbaar was voor de kredietverstrekker.

Last van

Heb je last van een negatieve registratie uit het verleden omdat je bijvoorbeeld geen hypotheek kunt krijgen dan kun je in gesprek gaan met de kredietverstrekker en vragen of er een herbeoordeling kan plaatsvinden. Het is belangrijk om je eigen positie en de belemmeringen die je ervaart dan goed uit te leggen. Slaagt dit niet, dan kun je je wenden tot het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid). De Geschillencommissie zal dan een belangenafweging maken. Lees hier meer over hoe dat gaat

Tip

Voorzie je achterstanden omdat het financieel niet zo lekker gaat? Zit dan niet stil, maar kom in actie. Neem (samen met je financieel adviseur) contact op met je kredietverstrekker en maak betalingsafspraken. Geef inzicht in je financiële positie en stel een betalingsregeling voor. Dit proactieve gedrag werkt in je voordeel wanneer je later een negatieve registratie wilt aanvechten.

Het afhandelen van een scheiding, en dan vooral de verkoop of juist het behoud van de gezamenlijke woning, is voor veel mensen een moeizaam proces. Vaak hebben de partners geen afspraken gemaakt over de financiën na een breuk.

Adviesorganisatie De Hypotheker deed recent onderzoek onder 4.000 Nederlanders. Een kwart van de ondervraagden gaf aan dat zijn of haar relatie ooit is stukgelopen vanuit een huwelijk, geregistreerd partnerschap of samenlevingscontract. Bijna 60 procent van deze mensen was onvoldoende op de hoogte van de financiële gevolgen van de relatiebreuk. Bij 1 op de 5 van de gescheiden mensen kwam een van de partners door de scheiding in de financiële problemen.

Het afhandelen van de scheiding bleek voor een groot deel van de ondervraagden een moeizaam proces. Een kwart geeft aan dat zij meer hulp hadden kunnen gebruiken bij de financiële afwikkeling van hun relatiebreuk.

Stappenplan

Na een scheiding blijft regelmatig een van de twee partners in de koopwoning wonen. Een van de partners moet dan worden uitgekocht en de gezamenlijke hypotheek moet op één naam komen te staan. Daarvoor is nodig dat de bank de vertrekkende partner ontslag uit hoofdelijke aansprakelijkheid verleent. Finfin heeft daarvoor een handig stappenplan ontwikkeld dat je hier kunt vinden.

Heb je nooit afspraken over de financiën gemaakt tijdens de relatie dan kunnen er discussies ontstaan over bijvoorbeeld uitgaven aan de woning en de manier waarop dat nu verdeeld moet worden. Heeft een van tweeën bijvoorbeeld een verbouwing gefinancierd, meer eigen geld ingebracht of vaker een aflossing uit eigen middelen gedaan? Wat betekent dat dan voor de verdeling? Overleg al deze zaken met je financieel adviseur die je zonodig kan doorverwijzen naar een mediator.

Geldplan

Hoe sta je er na de scheiding financieel eigenlijk voor? Budgetinstituut Nibud heeft een ‘geldplan Scheiden’ ontworpen. In de tool beantwoord je enkele vragen over je persoonlijke situatie. Je vult het inkomen van jezelf en je partner in, de maandelijkse huurlasten/hypotheeklasten en het eigen vermogen zoals spaargeld. Op basis daarvan zie je een schatting, per persoon, van de inkomsten en uitgaven na scheiding. De tool geeft op basis van de gezinssamenstelling indicatieve bedragen voor boodschappen, kleding en vervoer. De bedragen zijn aan te passen aan jouw werkelijke situatie. Op die manier krijg je inzicht in de situatie na de scheiding.

NHG

Heb je een hypotheek met Nationale Hypotheek Garantie (NHG)? Dan heb je een extra vangnet in geval van een relatiebreuk. In sommige gevallen kan er een eenmalige aflossing worden gedaan waardoor de woonlasten betaalbaar worden voor een van de partners. Je adviseur kan je met dit traject helpen.

Ben je in de prettige positie om geld te schenken aan je kinderen, andere familieleden of derden? Dan is het goed om te weten wat er in 2024 belastingvrij mogelijk is.

Waarom schenken?

Schenken is leuk voor de ontvanger, maar ook voor degene die schenkt! Niet alleen omdat het fijn is een ander te kunnen helpen, maar ook omdat het goed kan passen in je vermogens- en estateplanning. Over het geld dat je schenkt hoef je geen vermogensbelasting te betalen. Ook verklein je je vermogen zodat erfgenamen minder erfbelasting verschuldigd zijn. Blijf je binnen de vrijstelling, dan hoeft de ontvanger van de schenking er geen belasting over te betalen.

Let op: het spaargeld van minderjarige kinderen wordt bij het vermogen van de ouders geteld.

Jaarlijkse vrijstelling

Wil je je kinderen een financieel steuntje in de rug geven? Je mag in 2024 aan elk van je kinderen (ook stief- en pleegkinderen) maximaal € 6.633 belastingvrij schenken. Dit is een jaarlijkse vrijstelling, de bedragen worden elk jaar opnieuw vastgesteld. Voor andere personen (bijvoorbeeld andere familie, maar ook derden) ligt die grens in 2024 op € 2.658. De ontvanger mag zelf weten wat hij of zij met het geld doet, er is dus geen verplicht bestedingsdoel. Ook is er geen leeftijdsgrens.

Partners

Schenkingen van partners worden als één schenking gezien: dus krijg je zowel geld van opa als van oma, dan geldt dat als één schenking. Je moet dan de bedragen bij elkaar optellen. Kom je boven de vrijstelling uit, dan moet je aangifte doen en schenkbelasting betalen. Andersom geldt dit ook. Krijgen jij en je partner beide een schenking van dezelfde persoon, dan moeten jullie de waarden bij elkaar optellen.

Eenmalige vrijstelling

Naast de jaarlijkse vrijstelling is er binnen de ouder-kindrelatie een eenmalige verhoogde vrijstelling mogelijk. Hier geldt, in tegenstelling tot de jaarlijkse vrijstelling, wel een leeftijdsgrens. De ontvanger moet op het moment van de schenking tussen de 18 en 40 jaar zijn óf een partner hebben tussen de 18 en 40 jaar. Het gaat hierbij om twee bestedingsdoelen: een dure studie (maximaal € 66.268) of een vrij besteedbaar bedrag (maximaal € 31.813).
Let op: de ontvanger van de schenking moet wel aangifte schenkbelasting doen en op die manier laten weten dat er van de vrijstelling gebruik wordt gemaakt.

Eigen woning

De specifieke vrijstelling ten behoeve van de eigen woning (jubelton) bestaat niet meer en was in 2023 al zwaar naar beneden bijgesteld. Het was tot vorig jaar ook mogelijk om als ‘derde’ zo’n eenmalige belastingvrije schenking te doen zolang het bestedingsdoel de eigen woning was. Dat kan niet meer. Ouders kunnen hun kinderen onder de noemer ‘vrij besteedbaar bedrag’ nog wel een belastingvrije schenking voor de eigen woning geven.

Boven de vrijstelling

Wat als een schenking boven de vrijstelling uitkomt? Dan moet er door de ontvanger schenkbelasting worden betaald. Het bedrag is afhankelijk van de relatie met de schenker. De percentages lees je hier.

We sparen minder dan tijdens de coronacrisis, maar door de gestegen rente gaan we wel weer strategischer met ons spaargeld om. Heeft jouw huishouden al een spaarstrategie?

De Nederlandsche Bank (DNB) deed onderzoek naar het spaargedrag van Nederlanders. Hun tegoeden op betaal- en spaarrekeningen namen in 2023 met € 14,9 miljard toe, vergelijkbaar met de periode voor corona. In de jaren dat het virus ons in de greep had, bleef het inkomen van de meeste huishoudens door de overheidssteun veelal op peil, terwijl de lockdowns ervoor zorgden dat we minder uitgaven en meer spaarden.

Betaal -of spaarrekening

Van de miljarden aan banktegoeden die huishoudens in Nederland aanhouden, staat bijna 80% op spaarrekeningen. Het overige deel is op betaalrekeningen gestald. Volgens DNB verplaatsten veel huishoudens hun geld het afgelopen jaar naar een spaarrekening vanwege de hogere rente die ze daar kunnen krijgen.

Rentevergoeding

In 2023 werd ruim € 1,7 miljard rente bijgeschreven op Nederlandse spaarrekeningen. Dat is ruim drie keer zoveel als in 2022, toen slechts € 0,5 miljard werd bijgeschreven. De rente op spaarrekeningen is sinds de zomer van 2022 gestaag toegenomen. Ter vergelijking: in 2012 piekte de bijgeschreven rente op spaarrekeningen nog op € 6,0 miljard!

Tien tips voor een spaarstrategie

Waar sommige huishoudens in ‘het wilde weg’ sparen, hebben andere een doordachte spaarstrategie. Met behulp van de volgende tips kun jij er ook een ontwikkelen.

  1. Het Nibud heeft als vuistregel om tien procent van je inkomen te sparen voor onverwachte kosten. Met de BufferBerekenaar kun je uitrekenen wat in jouw situatie verstandig is. Is de buffer op orde, dan kun je gaan sparen voor andere doelen zoals een mooie reis of een verbouwing.
  2. Je kunt sparen bij de bank waar je ook een betaalrekening hebt, maar dat hoeft niet. Een spaarrekening bij een andere bank kan het makkelijker maken om het geld op de spaarrekening te laten staan.
  3. Op een betaalrekening krijg je vaak geen of heel weinig rente. Laat daar dus niet al te hoge bedragen op staan. En spaar zodra je salaris binnenkomt: dus betaal eerst jezelf.
  4. Vind je het moeilijk om die geadviseerde tien procent te sparen? Een handig startpunt is om al je inkomsten en uitgaven eerst eens op een rijtje te zetten. Dit stappenplan van Wijzer in Geldzaken helpt je daarbij. Zo zet je je vaste lasten en dagelijkse uitgaven op een rij en kun je daarna heel gericht kijken op welke categorie je wilt en kunt besparen.
  5. Ga je spaarrentes vergelijken, let op de voorwaarden. Soms geldt de hoge rente slechts voor een bepaalde periode of voor een bepaald bedrag aan spaargeld. Ook geldt soms als voorwaarde dat je ook een betaalrekening opent. Let hierbij op de maandelijkse kosten.
  6. Let er bij het vergelijken altijd op of de bank van je keuze onder het Nederlandse depositogarantiestelsel valt. Dat is de garantie dat je het geld op je bankrekeningen tot 100.000 euro terugkrijgt wanneer je bank onverhoopt failliet gaat. (Deze grens van een ton geldt per persoon, niet per rekening. Houd er ook rekening mee dat banken meerdere merknamen kunnen hebben. De bescherming geldt per bank, niet per merknaam.)
  7. Kun je je geld langere tijd missen, dan is ook een termijndeposito het overwegen waard. Je ontvangt dan een hogere vaste rente, maar je geld staat vast voor een periode die kan variëren van enkele maanden tot wel vijf of tien jaar. Besef goed dat je in die periode niet bij je geld kunt (tenzij je een boete betaalt of wanneer er sprake is van een uitzonderingssituatie), ook niet als de rente verder blijft stijgen.
  8. Sommige banken geven korting op de hypotheekrente wanneer je bij dezelfde bank een actieve betaalrekening aanhoudt (je salaris komt er op binnen en/of je verricht een minimumaantal transacties per maand). Ontvang jij zo’n korting, zeg de betaalrekening dan niet zomaar op, want dan kan het overstappen weleens nadelig voor je uitpakken. Weet je niet of je die korting krijgt, vraag het je hypotheekadviseur of hypotheekaanbieder.
  9. Wanneer je spaargeld boven een bepaalde grens uitkomt (in 2024 ligt die grens op € 57.000 voor alleenstaanden en op het dubbele voor fiscale partners ) dan moet je er belasting over betalen.
  10. Zorg dat sparen onderdeel is of wordt van je financiële planning. Heb je een flinke pot opgebouwd, dan loont het wellicht om energiebesparende maatregelen te treffen of een stukje af te lossen op de hypotheek. Maar misschien is het in jouw situatie ook een goed idee om wat aanvullend pensioen op te bouwen en het geld in een lijfrente te storten. Of misschien wil je je kinderen een bedrag schenken. Je financieel adviseur kan met je meedenken.

Doe de winterklaar check!

Veel autobedrijven bieden aan om je auto te controleren op de belangrijkste veiligheidspunten voor de winter. Soms doen ze zo’n winterbeurt of winterinspectie zelfs gratis. Je auto wordt gecontroleerd op de banden, remmen, ruitenwissers, vloeistoffen, elektrische systemen en accu, verlichting en sloten. Voor je jouw auto naar de garage brengt, kun je een aantal winteraandachtspunten ook zelf alvast controleren. Zo kun je de eventuele kosten beperken.

Winterbanden met een goede bandenspanning

Winterbanden hebben veel meer grip op de weg wanneer er sneeuw en ijs ligt. Maar ook op droge wegen zijn winterbanden veiliger bij lage temperaturen. Tijdens winterse omstandigheden en bij een wintersportvakantie is het daarom veel veiliger om te rijden met winterbanden. Daarnaast is het verstandig om naar een wintersportgebied sneeuwkettingen mee te nemen. In sommige landen zijn winterbanden en sneeuwkettingen zelfs verplicht.

> Bekijk hier de regels per land

Een goede bandenspanning is veilig. Het zorgt voor een betere wegligging en een kortere remweg. Daarnaast levert het minder slijtage op en bespaart het op brandstofverbruik. Ieder merk banden heeft een eigen bandenspanningstabel waarop staat wat de juiste bandenspanning voor jouw band, auto en belading is. Vaak vind je deze tabel in je tankdop. Bij het benzinestation kun je je band weer op de juiste spanning brengen.

Koelvloeistof (antivries) koelt motor en voert warmte af

Het is van belang dat er voldoende koelvloeistof (of antivries) in je auto aanwezig is. Dit zorgt voor het afkoelen van de motor en het afvoeren van de warmte via de radiator. Met een antivriesmeter kun je controleren of de koelvloeistof nog voldoende beschermt tegen vorst. Erg belangrijk, want bevroren koelvloeistof werkt niet, waardoor de motor tijdens het rijden niet gekoeld wordt en er grote schade aan de motor kan ontstaan. Controleer de koelvloeistof wanneer de motor volledig is afgekoeld en niet loopt. Op het reservoir is af te lezen of het koelvloeistofniveau nog voldoende is. Onvoldoende koelvloeistof kun je zelf aanvullen.

 
Winter ruitenwisservloeistof bij lage temperaturen

Voor de winter is er speciale ruitenwisservloeistof. Deze vloeistof kan vaak tegen temperaturen tot -20 graden Celsius. Bij het rijden op snelwegen kan door de rijwind de temperatuur dalen, daarom is het aan te raden om in een wintersportgebied de winter ruitenwisservloeistof puur te gebruiken. Haal wel eerst de zomervloeistof uit het reservoir voor je de wintervloeistof erin doet, zodat je de vloeistof niet verdunt. In een wintersportgebied heb je ook meer last van opspattend water met pekel en vuil, waardoor je waarschijnlijk meer vloeistof verbruikt dan normaal. Let er daarom op dat het reservoir vol is.

Bij extreme kou kan het alsnog voorkomen dat de ruitenwisservloeistof bevriest. Probeer in dat geval het gebruik van de ruitenwissers te beperken. Een voorruit die vuil is van opspattend water met pekel geeft een nog slechter zicht na gebruik van de ruitenwisser zonder vloeistof. Probeer zo snel mogelijk op een veilige plaats de voorruit schoon te poetsen met sneeuw of water. Zijn de sproeikopjes vuil of bevroren, prik deze dan voorzichtig door met een naald. Denk er dus aan ook een naald in de auto te hebben.

 

Ruitenwissers voor goed zicht

Door opspattend water met pekel en vuil wordt de voorruit sneller vuil en het zicht beperkt. Zijn de ruitenwissers verouderd, dan wordt het rubber hard. Bij koude temperaturen, en zeker in een wintersportgebied, neemt de werking dan af. Laten de ruitenwissers strepen of een waas achter, maken ze een schurend rubber geluid of laten er delen los, dan moet je ze vervangen. Om te voorkomen dat de ruitenwissers bij vorst, ijzel en sneeuwval vastvriezen aan de voorruit, kun je de ruitenwissers omhoog zetten tijdens de nacht of wanneer je de auto langdurig parkeert.

 

Verlichting voor veiligheid

Bij koud weer kunnen oude lampen ineens kapot gaan. Controleer daarom de werking van de verschillende lichtvormen: groot licht, dimlicht, knipperlichten, remlichten en mistlampen. Als de verlichting van de koplamp kapot is, vervang dan meteen beide lampen. Je kunt ervan uitgaan dat de andere lamp binnenkort ook moet worden vervangen. Ook voorkom je zo dat je twee verschillende soorten licht voert. En zorg er daarnaast altijd voor dat je een complete set reservelampen in je auto hebt liggen.

Documenten

Privacy

Developed by MDesign Web+ Graphic Studio & ISL Marketing
BSB Verzekeringen is onderdeel van:
menu linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram