Veel mensen die een huis willen kopen, stellen als eerste de vraag wat de maximale hypotheek is die ze kunnen krijgen en wat ze daar per maand aan kwijt zijn. Maar de rente en aflossing van je hypotheek vormt maar een deel van je totale woonlasten. Dat geldt natuurlijk ook voor de huurprijs als je in een huurhuis woont.
Je woonlasten zijn de totale kosten die je maandelijks maakt voor je huis. Daar kunnen, naast het huis zelf, flinke posten bijzitten. Denk bijvoorbeeld aan de energierekening. Zeker als je een groot huis moet verwarmen of wanneer je een groot gezin hebt, loopt die al snel op tot honderden euro’s per maand. Moet je binnenkort een nieuw energiecontract afsluiten? Dan ben je waarschijnlijk nog duurder uit.
Ook bepaalde belastingen en heffingen horen bij je woonlasten. Zoals de onroerendezaakbelasting voor huiseigenaren en de afvalstoffenheffing, de rioolheffing en de waterschapslasten. De hoogte van deze belastingen en heffingen verschillen per gemeente of provincie.
Als je een hypotheek wilt afsluiten, eist de bank dat je ook een opstalverzekering neemt op je woning. Die dekt schade aan het huis als gevolg van bijvoorbeeld storm of brand. De hoogte van de premie is onder andere afhankelijk van de bouwwijze van je huis en je woonplaats.
Daarnaast heb je waarschijnlijk ook een inboedelverzekering. Die dekt schade die ontstaat aan spullen die niet vastzitten aan het huis zelf. Maar let op: dure apparatuur en kostbaarheden zoals sieraden, kunst en muziekinstrumenten zijn vaak maar tot een maximum bedrag verzekerd.
Als je een koophuis hebt, moet je ook de kosten van het onderhoud zelf betalen. Die komen niet elke maand of elk jaar terug, maar kunnen soms behoorlijk hoog zijn. Als je de goten moet vervangen, bijvoorbeeld. Of als de cv kapot gaat. Het is dan fijn als je daarvoor geld hebt gereserveerd. Dat geldt natuurlijk ook als de wasmachine of een ander apparaat er de brui aan geeft.
Daarnaast zul je waarschijnlijk een internetaansluiting hebben, al dan niet aangevuld met tv en telefoon. Als het om een vaste aansluiting gaat, behoren deze kosten tot de woonlasten. Maar het is slim om ook andere abonnementen en kosten mee te rekenen, zoals die van je mobieltje(s) en streamingdiensten.
Al met al vormen ze een hele waslijst, die woonlasten. Heb jij moeite om ze scherp te krijgen voor jouw huidige of nieuwe situatie? Neem dan contact op met een een van onze adviseurs. Die helpt je graag om alles op een rij te zetten.
Staat er bij jou deze zomer een verbouwing op het programma? Als die ingrijpend is, kan het zijn dat je één of meerdere vergunningen nodig hebt. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn als je iets wilt aanbouwen of als je een bijgebouw op je erf wilt plaatsen.
Maar ook als je juist iets wilt slopen, kan het zijn dat je dit vooraf bij een overheidsinstantie (bijvoorbeeld je gemeente) moet melden. Het is verstandig om dit van tevoren te controleren. Dat kan via de Vergunningscheck van het Omgevingsloket. Zijn jouw werkzaamheden vergunnings- of meldingsplichtig? Dan kun je, na de check, de vergunning direct online aanvragen of de sloopmelding indienen.
Als je een vergunning aanvraagt, moet je daarvoor betalen. Ook als je uiteindelijk besluit om toch niet te gaan verbouwen. De kosten van de aanvraag kunnen per vergunning en per gemeente verschillen. Vind je die informatie niet zo 1-2-3 op de website van jouw gemeente? Ook dan kan het Omgevingsloket je helpen.
In sommige gevallen is een vergunning niet verplicht. Bijvoorbeeld als je een dakkapel wilt plaatsen aan de tuinkant van je woning. Maar let op: die moet dan wel binnen bepaalde maten vallen. Ook een uitbouw of veranda mag je vergunningsvrij bouwen, zolang deze niet dieper is dan vier meter.
Een overzicht van alle specifieke afmetingen kun je vinden in het Besluit omgevingsrecht. Dat is een lange, formele tekst, maar met de zoekfunctie van jouw browser kun je redelijk snel de juiste informatie vinden.
Ook je buren hebben vaak inspraak in jouw verbouwing. In de wet staan meerdere burenrecht-bepalingen die goedkeuring – of in elk geval geen afkeuring – verplicht stellen. Zelfs als je een vergunning krijgt of vergunningsvrij mag bouwen! Breng je buren daarom bijtijds op de hoogte van je plannen en vraag of ze daar geen bezwaar tegen hebben.
Door een verbouwing kan de (herbouw)waarde van je huis hoger worden. Als dat zo is, heeft dat soms gevolgen voor je opstalverzekering. Neem daarom altijd even contact op met ons op. Wij zoeken het graag voor je uit en helpen je, als dat nodig is, met het aanpassen van jouw verzekering.
Je hebt er vast wel over gehoord, vanaf 2023 wordt het mogelijk om tien procent van je opgebouwde pensioen ineens op te nemen. Dat klinkt goed. Maar hoe werkt dat? En zijn er ook nadelen?
De keuze om een ‘bedrag ineens’ op te nemen, gaat spelen op het moment dat je met pensioen gaat. Je kunt dus niet als dertiger met een koopwens of als veertiger met studerende kinderen alvast aanspraak maken op een stukje van je pensioenpot.
De nieuwe regeling is bedoeld om het pensioen wat flexibeler te maken. Het bedrag ineens kan door mensen bijvoorbeeld ingezet worden om na pensionering van te gaan reizen maar ook om een aflossing op de hypotheek te doen: de besteding is vrij. Je mag maximaal tien procent opnemen, maar minder mag ook. Over welk bedrag hebben we het dan? Dat ligt er helemaal aan wat je hebt opgebouwd. Je pensioenverzekeraar of pensioenfonds kan je dat vertellen.
Het is van belang om de impact op jouw persoonlijke situatie goed in kaart te brengen. Heb je een mooi doel voor het geld en kun je de teruggang in maandbedragen goed opvangen, dan kan het een interessante optie zijn. Maar heb je een laag pensioen dan kan het een gevaar zijn dat je je inkomen teveel uitholt.
Bedenk daarbij ook dat je pensioen een onderdeel is van je financiële situatie. Misschien heb je ook nog een eigen woning met overwaarde of ander vermogen. En het kan ook goed zijn dat je aan meerdere pensioenregelingen hebt deelgenomen. Ons team kan je helpen bij het creëren van een samenhangend beeld en het verkennen van de mogelijkheden.
Een op de zes Nederlanders heeft geen rookmelders in huis. Maar wie ze wel in huis heeft, hangt ze vaak niet op of vervangt de batterij niet. Herkenbaar? Weet je dat het aantal woningbranden stijgt en ken jij de grootste risico’s? Omdat rookmelders belangrijke levensredders zijn, zijn ze vanaf 1 juli 2022 wettelijk verplicht.
Het aantal woningbranden stijgt de laatste jaren. Van 64.879 in 2019 naar 66.657 in 2020. Vermoed wordt dat de stijging te maken heeft met het toenemende thuiswerken. Bij zo’n 30 procent van deze gevallen was geen rookmelder aanwezig. Rookmelders zijn vanaf 1 juli wettelijk verplicht in elke woning.
Verzekeraar Aegon deed in april 2022 onderzoek naar brandpreventie onder ruim vijfhonderd Nederlanders tussen de 25 en 65 jaar. Interessant: eigenaren van koopwoningen zijn bezorgder dan bewoners van huurwoningen als het gaat om brand. Veel mensen kennen wel de risico’s, maar nemen die vaak toch voor lief. Zo laat 30 procent van de deelnemers aan het onderzoek de keuken soms onbeheerd achter met een pan op het vuur en laat meer dan de helft regelmatig een oplader in het stopcontact zitten.
Ook zijn er minder bekende risico's. Zoals het niet regelmatig schoonmaken van het stoffilter van de wasdroger of de filters in de afzuigkap eindeloos laten zitten. Ook is een groot deel van de ondervraagden zich er niet van bewust dat de elektra in het huis elke vijf jaar een controle vergt.
Het hebben van een rookmelder is vanaf 1 juli 2022 wettelijk verplicht. Tot nu toe heeft 17 procent van de Nederlanders geen rookmelder in huis, zo onderzocht verzekeraar Interpolis. De voornaamste reden is heel simpel: mensen denken er niet aan. Ook weten ze volgens de verzekeraar vaak niet goed waar en hoe ze rookmelders moeten ophangen en denken ze dat dit veel moeite kost. Ook kunnen mensen een rookmelder irritant vinden: ze denken dat deze vaak onnodig afgaat, bijvoorbeeld door koken of douchen.
Opvallend genoeg bleek uit het Interpolis-onderzoek dat een deel van de Nederlanders rookmelders nog in de verpakking thuis heeft liggen. Ook is er een deel dat wel rookmelders heeft opgehangen, maar die vervolgens niet meer werken. Bijvoorbeeld omdat een lege batterij nooit is vervangen.
Wat houdt de verplichting per 1 juli in? Het komt er op neer dat er op iedere bouwlaag in jouw woning een melder moet hangen. Dat betekent dus minimaal één rookmelder per verdieping, maar meer mag natuurlijk ook. De brandweer adviseert bijvoorbeeld om ook een rookmelder op te hangen in de ruimte waar je wasmachine en droger staan. In studentenhuizen moet er in elke kamer één hangen.
Voor nieuwbouwwoningen waren rookmelders al verplicht en daar worden ook specifieke eisen aan gesteld. Voor bestaande woningen is dat niet zo. De melders moeten wel voldoen aan de NEN-14604 en een CE keurmerk hebben, maar verder schrijft de wet niets voor. Voor een grotere woning kunnen gekoppelde melders handig zijn, zodat ze allemaal afgaan. En in sommige straten kiezen buurtbewoners er zelfs voor om meerdere huizen te koppelen. Heb je een huurwoning? Dan heeft de verhuurder de verantwoordelijkheid om de melders op te hangen: als huurder ben je vaak wel verantwoordelijk voor het onderhoud ervan. Voldoet de verhuurder niet aan deze verplichting, dan is dat een gebrek waar je de verhuurder op kunt aanspreken.
Wat als je geen rookmelders hebt opgehangen of ze niet goed hebt onderhouden en er ontstaat brand? Keert de verzekeraar dan wel uit? Het beste advies is om dat risico niet te nemen. Ook al heeft een verzekeraar niet specifiek in de verzekeringsvoorwaarden opgenomen dat er zonder rookmelders niet zal worden uitgekeerd, het is een algemene regel dat je als verzekerde niet nalatig mag zijn. Je niet aan een wettelijke verplichting houden, kan daaronder vallen.
Buren werken steeds vaker met elkaar samen om hun woonomgeving veilig te houden. Door die buurtpreventie daalt de criminaliteit en kan de politie meer inbrekers inrekenen omdat ze op heterdaad worden betrapt.
Bij buurtpreventie houden de bewoners hun wijk of buurtje in de gaten en melden verdachte situaties aan elkaar. Zo blijft de hele buurt extra alert en kan de politie snel worden ingeschakeld als dat nodig is.
Er zijn verschillende vormen van buurtpreventie. Burgernet, bijvoorbeeld, waarbij zo’n 1,7 miljoen Nederlanders zich hebben aangesloten. Daarnaast zijn er veel kleinschalige initiatieven, die meestal gebruik maken van social media, zoals een WhatsApp-groep.
Voel je wel wat voor dat laatste? Kijk dan eens op de website van de stichting WABP (WhatsApp BuurtPreventie). Bij die stichting zijn inmiddels bijna 10.000 WhatsApp-buurtpreventiegroepen geregistreerd. Dus is de kans reëel dat er al een groep bij jou in de buurt actief is. Mocht dit niet zo zijn, dan kan de stichting je helpen om je eigen groep te beginnen.
Hoe veilig de buurt ook is en hoe goed je jouw huis ook hebt beveiligd, inbraak blijft altijd mogelijk. Mocht dat gebeuren, meld het dan meteen bij de politie en bij de verzekering. Vergeet niet om aangifte te doen, want anders vergoedt de verzekeraar de schade niet.
Zorg er ook voor dat je verzekeringen up-to-date zijn. Heb je (veel) kostbaarheden, zoals sieraden, een duur instrument, een verzameling of kunst? Dergelijke zaken zijn vaak slechts beperkt verzekerd via je inboedelpolis. Wel kun je ze apart verzekeren met een kostbaarhedenverzekering.
Een inbraak is al erg genoeg. Dus wil je daarna niet ook nog eens een financiële tegenvaller hebben. Twijfel jij of jouw verzekeringen nog wel voldoen aan je wensen? Neem dan even contact met onze op. Wij zoeken het graag voor je uit.
Wanneer heb jij voor het laatst gecontroleerd of jouw inboedelverzekering nog wel bij je past? Ongemerkt neemt de waarde van onze bezittingen vaak toe. En dat kan vervelende gevolgen hebben als er schade ontstaat. Ook als die schade binnen het verzekerde bedrag valt!
Hoe dat zit, leggen we je graag uit. Stel, je hebt jouw inboedel jaren geleden verzekerd voor € 45.000. Sinds die tijd heb je de nodige nieuwe spullen gekocht. Daardoor is de feitelijke waarde van je inboedel inmiddels € 60.000.
Dan ontstaat er schade, bijvoorbeeld door brand of diefstal. De schade-expert schat de schade op € 15.000. Dat valt ruim binnen het verzekerde bedrag van € 45.000. Goed verzekerd dus, denk je. Maar er zit een addertje onder het gras: je krijgt een lager bedrag als schadevergoeding. Verzekeraars keren namelijk uit naar verhouding.
In dit voorbeeld ben je maar voor 75% (= € 45.000) van de werkelijke waarde (= € 60.000) verzekerd. Daardoor hoeft de verzekeringsmaatschappij maar 75% van de schade uit te keren. In dit geval zou je dan € 15.000 - € 3.750 = € 11.250 als schadevergoeding krijgen.
Zonde, natuurlijk! Maar het kan veel erger. Want stel je voor dat de herbouwwaarde van je huis flink omhoog is gegaan, bijvoorbeeld omdat je een dakkapel hebt geplaatst, een serre hebt aangebouwd of je dak vol zonnepanelen hebt gelegd. Als je dat niet hebt doorgegeven aan de opstalverzekeraar, kan het verschil tussen de feitelijke schade en de uitkering vele malen groter zijn.
Om dit risico weg te nemen, is het verstandig om eens in de vijf jaar een inboedelwaardemeter en een herbouwwaardemeter in te vullen. Wil je daar meer over weten? Neem dan even contact met me op.
Er zijn inboedel- en opstalverzekeringen die een ingebouwde verzekering tegen onderverzekering hebben. Voor zulke varianten betaal je meestal wat meer premie. Weet jij niet zeker of jouw verzekeringen zo’n dekking hebben? Vraag het ons dan gerust, wij zoeken het graag voor je uit.
In elk Nederlands huis moet vanaf 1 juli 2022 op elke verdieping ten minste één goed functionerende rookmelder hangen. Die regel geldt al langer voor nieuwbouwwoningen en wordt nu uitgebreid.
Rookmelders redden levens. Dat is niet alleen het terugkerende thema van de Brandpreventieweken, maar ook echt een feit. Als we slapen, ruiken we namelijk geen rook. Vooral daardoor overlijden er gemiddeld meer dan dertig mensen per jaar als gevolg van woningbrand.
Dat aantal kan omlaag als er in elk huis rookmelders zouden hangen, zegt de brandweer al langer. Daarom heeft de regering vorig jaar besloten dat alle huizen vanaf de zomer van 2022 rookmelders moeten hebben. Maar je hangt rookmelders natuurlijk niet op omdat het moet, maar vooral voor de veiligheid van jou en je gezin!
Een goede rookmelder herken je aan het Europese keurmerk EN 14604. Daaruit blijkt dat de rookmelder voldoet aan de noodzakelijke kwaliteitseisen. Bij voorkeur kies je rookmelders met een batterij die tien jaar meegaat. Die zijn in aanschaf vaak iets duurder, maar dat verdien je snel terug.
Vanaf juli 2022 moet er op elke verdieping van je huis ten minste één rookmelder hangen. Maar het is nog veel veiliger om er op alle slaapkamers eentje te plaatsen. Je bevestigt rookmelders aan het plafond. Doe dat tenminste een halve meter vanaf de muur of uit de hoek. Zorg er ook voor dat ze niet op de tocht hangen of in de buurt van mechanische ventilatie.
Als ze eenmaal hangen, moet je de rookmelders goed onderhouden, zodat ze hun werk blijven doen. Maak ze daarom regelmatig schoon en controleer dan meteen of de batterij het nog doet. Wil je meer weten over het plaatsen – en onderhouden – van jouw rookmelders? Op de website van de brandweer vind je een schat aan informatie.
Een goede rookmelder kost ongeveer drie tientjes. Als je een koophuis hebt, ben je uiteraard zelf verantwoordelijk voor het kopen en plaatsen van rookmelders. Woon je in een huurhuis? Dan moet de woningcorporatie of je huurbaas ervoor zorgen dat er rookmelders worden geplaatst.
Naast de brandweer zijn verzekeraars groot voorstander van rookmelders. Ze helpen namelijk om brand- en roetschade te beperken. Maar wat als je na 1 juli 2022 nog geen rookmelders hebt en ontstaat er brand? Ben je dan wel verzekerd?
Voorlopig wel. Er is namelijk geen enkele verzekeraar die in de polisvoorwaarden zegt dat je verplicht bent om rookmelders te plaatsen. Maar let op: het kan zijn dat jouw verzekeringsmaatschappij de nieuwe wetgeving in de toekomst wél opneemt in de voorwaarden.
Wil je meer weten over dit onderwerp of heb je vragen over jouw eigen opstal- of inboedelverzekering? Neem dan contact met ons op. Wij zijn niet alleen expert op het gebied van verzekeringen, maar kunnen ook helpen als preventie-coach. Maak dus gerust eens een vrijblijvende afspraak.
Krijg jij de juiste toeslagen waar je recht op hebt? Controleer dit meteen! Ook om te voorkomen dat je te veel ontvangt.
Je kunt recht hebben op toeslagen van de Belastingdienst. Weet waar je recht op hebt, maar voorkom dat de Belastingdienst jou te veel uitkeert.
Toeslagen worden in ons belastingstelsel gebruikt als tegemoetkoming voor de hoge kosten van huur, zorg en het opvoeden van kinderen. Sommige toeslagen moet je zelf aanvragen, maar ook zelf wijzigen en eventueel weer stoppen. Je wilt krijgen waar je recht op hebt, maar te veel gekregen bedragen heb je niets aan, want deze betaal je weer terug.
Iedereen heeft verplicht een zorgverzekering. Vanaf je 18e verjaardag ben je premie voor de zorgverzekering verschuldigd. Een basisverzekering kost in 2022 gemiddeld 128,30 euro per maand bij een eigen risico van 385 euro. Voor veel gezinnen is dit een zeer zware maandlast. Het recht op zorgtoeslag hangt af van het inkomen en eventueel het vermogen. Bij een inkomen tot 31.998 euro (alleenstaande) bestaat er recht op zorgtoeslag. De hoogte van de toeslag stijgt naarmate het inkomen lager is. Voor meerpersoonshuishoudens geldt een maximum inkomen van 40.944 euro. Ook jouw vermogen speelt een rol. Dit mag op 1 januari 2022 niet hoger zijn dan 120.020 euro voor een alleenstaande of samen maximaal 151.767 euro zijn.
Deze toeslag is bedoeld om de verhouding tussen je inkomen en de verschuldigde huur voor je huurhuis recht te trekken. Voor alleenstaanden geldt er een maximale maandelijkse uitkering van 380 euro en voor samenwonenden is dat 328 euro per maand. Ook voor deze toeslag geldt dat vastgesteld is tot welk inkomen en vermogen er recht op bestaat. Heb je een vermogen boven de 31.747 euro (63.494 euro voor partners)? Dan heb je geen recht op huurtoeslag.
Hier hebben werkende ouders waarvan de kinderen naar de opvang moeten recht op. Er bestaat alleen recht als je werkt of een opleiding volgt voor het vergroten van de kans op werk. De hoogte van de tegemoetkoming is gebaseerd op het aantal uren dat de kinderen naar de opvang gaan. Kinderopvangtoeslag wordt maximaal berekend over een uurtarief van 8,50 euro voor dagopvang. Voor buitenschoolse opvang en voor gastouders gelden lagere maximale uurtarieven.
Deze tegemoetkoming heb je recht op als je één of meerdere minderjarige kinderen hebt. Het is eigenlijk een extra tegemoetkoming boven op de kinderbijslag. De hoogte van de uitkering is weer afhankelijk van het inkomen, je vermogen en de gezinssamenstelling. Kindgebonden budget hoef je meestal niet zelf aan te vragen. Je krijgt vanzelf bericht als de Belastingdienst denkt dat je er recht op hebt.
Dan kun je het zelf aanvragen met Mijn toeslagen.
Maak een proefberekening om te zien hoeveel je krijgt.
Op de website van de Belastingdienst kun je berekenen waar je maandelijks recht op hebt. Ook als je al toeslagen ontvangt is het belangrijk om af en toe te berekenen waar je recht op hebt.
Te veel ontvangen bedragen worden namelijk weer teruggevorderd.
Veel mensen verbouwen dit jaar hun huis. Misschien ben jij een van hen en heb je daarvoor een lening afgesloten of je hypotheek uitgebreid. Hoe zit dat fiscaal? De kosten voor een verbouwing zijn niet aftrekbaar bij de belastingaangifte. De financieringskosten voor een lening en de rente vaak wél.
De kosten van het verbouwen, onderhouden en verduurzamen van een koopwoning zijn niet aftrekbaar in de belastingaangifte. Kosten die je maakt wanneer je geld leent voor een verbouwing of onderhoud, zijn dat meestal wel. Denk aan de financieringskosten en de rente die je over de lening betaalt.
Wie een lening afsluit voor een verbouwing of onderhoud aan de eigen woning, mag de financieringskosten meestal aftrekken bij de belastingaangifte. Dit geldt als er sprake is van een verbouwingslening of verbouwingsdepot. Financieringskosten zijn de afsluitkosten, de bemiddelingskosten en de notariskosten voor het afsluiten van de lening. De financieringskosten van de verbouwingslening of het verbouwingsdepot mogen woningeigenaren in één keer aftrekken.
Ook goed om te weten: als je het verbouwen of onderhouden van de woning betaalt met eigen geld, dan zijn er geen financieringskosten en kun je niets aftrekken bij de belastingaangifte.
Sommige woningeigenaren financieren hun verbouwing via hun hypotheek. Bijvoorbeeld door de hypotheek te verhogen. Over deze extra lening mag hypotheekrente worden afgetrokken. Voorwaarde is wel dat ook deze extra lening binnen 30 jaar wordt afgelost, en je jaarlijks een bepaald bedrag aflost. Een andere voorwaarde is dat het bedrag alleen gebruikt wordt voor de eigen woning. Dus niet voor een tweede huis of een vakantiewoning.
Andere verbouwers sluiten hun hypotheek over om de kosten direct mee te financieren. Hier komen oversluitkosten en vaak boeterente bij kijken. Beide zijn meestal aftrekbaar.
Is er sprake van een verbouwingsdepot? Let dan op dat de ontvangen depotrente wordt afgetrokken van de betaalde rente. In de eerste 6 maanden hoeft dit niet.
Het vervangen van de kozijnen, asbestverwijdering, onderhoudsschilderwerk of verbouwing van de keuken. Of energiebesparende zaken zoals zonnepanelen of een warmtepomp. Over deze en andere zaken mag je de rente over de lening aftrekken. Controleer goed of dat voor jou geldt, want kosten voor de verbouwing of het onderhoud zelf mag je niet aftrekken.
Woningeigenaren mogen de financieringskosten voor hun verbouwing aftrekken in de belastingaangifte wanneer zij een verbouwingslening of verbouwingsdepot hebben. Hierbij moeten zij wel kunnen aantonen dat de lening of het depot gebruikt is voor de verbouwing. Een tip is daarom om alle rekeningen en bonnen van de verbouwing te bewaren.
Draag je samen met je partner de hypotheeklasten van jullie woning? Dan sta je er niet alleen voor. Maar je financiële keuzes zijn waarschijnlijk op twee salarissen gebaseerd. Wat als een van die salarissen wegvalt? In geval van overlijden, baanverlies of arbeidsongeschiktheid blijkt dat een huishouden al snel de maandlasten niet meer kan opbrengen. Maar liefst 75.000 huishoudens komen al binnen 3 maanden in betaalproblemen als een inkomen zou wegvallen. Wanneer je als gezin te maken krijgt met een overlijden of met arbeidsongeschiktheid door ziekte is dat al ingrijpend genoeg, de geldzorgen komen daar dan nog bij. Het is op zo’n moment erg prettig om een vangnet te hebben. Daar kun je nu al over nadenken.
OverlijdenJaarlijks komen 25.000 gezinnen in de financiële problemen door het overlijden van een kostwinner. Tegen het risico van overlijden heeft zes op de tien huizenbezitters zich verzekerd met een overlijdensrisicoverzekering. Dat houdt in dat er een bepaald bedrag vrijkomt dat je kunt gebruiken om een stuk van de hypotheek af te lossen of om het maandelijkse inkomen mee aan te vullen. Heb jij nog niet zo’n verzekering en verwacht je die in geval van nood wel nodig te hebben? Verdiep je er eens in. De premies van overlijdensrisicoverzekeringen zijn zeker voor jonge gezonde mensen erg laag. Je kunt zelf bepalen welk bedrag je wilt verzekeren.
Geen inkomen uit werkHet risico van arbeidsongeschiktheid en werkloosheid wordt door huizenbezitters minder vaak afgedekt. Dit heeft te maken met het sociale vangnet. Wie in loondienst is, kan immers rekenen op een uitkering uit de WIA of de WW. Houd er echter rekening mee dat deze uitkeringen vaak niet zo hoog zijn als het salaris dat je gewend was. Het ligt aan je bestaande (vaste) maandlasten of de terugval op die manier op te vangen is. Belangrijk om na te gaan. Verwacht je een tekort dan zijn er verschillende manieren om daar iets aan te doen. Ook kan het een goed idee zijn om eens breder naar je inkomen te kijken. Vallen er steeds ontslagen in jouw sector? Het is mogelijk om je te laten omscholen naar een kansrijk beroep.
VijfstappenplanMet dit eenvoudige vijfstappenplan breng je jouw situatie makkelijk in kaart. Bij al deze stappen kun je hulp vragen aan je financieel adviseur. Die kan meekijken met je berekeningen of verschillende opties voor je op een rij zetten.