Nu de hypotheekrente in korte tijd fors is gestegen, hoor je er meer mensen over: de meeneemregeling, ook wel verhuisregeling genoemd. Het betekent dat je je bestaande rente meeneemt naar een nieuwe woning. Maar hoe werkt dat?

De mogelijkheid om je hypotheekrente mee te nemen wordt in vrijwel alle hypotheekvoorwaarden aangeboden (controleer dat wel eerst even, want er zijn altijd uitzonderingen!) en is uiteraard een mooie optie wanneer je wilt verhuizen, de rente flink gestegen is en je nog een stuk van je rentevaste periode over hebt. Maar er zijn wel voorwaarden aan verbonden die je goed moet kennen. Waar moet je zoal op letten?

Leningdeel en looptijd

De rente die je mag meenemen is in de regel gemaximeerd op het bedrag dat je nu nog schuldig bent aan je hypotheekaanbieder en geldt dus niet over de originele hypotheeksom. De meegenomen rente geldt voor het restant van de rentevaste periode, daarna zal er een nieuwe rente volgen. Heb je een hogere hypotheek nodig, dan betaal je voor dat leningdeel uiteraard de actuele hypotheekrente. Houd er rekening mee dat je die extra hypotheek in het algemeen bij dezelfde hypotheekverstrekker moet afsluiten.

Termijn

Je oude rente is niet onbeperkt houdbaar. Vaak is er een termijn verbonden aan het meeverhuizen. Meestal mag er maximaal zes maanden zitten tussen de verkoop van je oude woning (en dus het aflossen van de oude hypotheek) en het ingaan van de nieuwe hypotheek. Maar er zijn ook kortere en langere termijnen bekend. Daarnaast moet je het verzoek om de meeneemregeling in te zetten tijdig bekend maken aan de aanbieder, ook hier gelden vaak vaste termijnen en voorschriften voor.

Risicoklasse

Wanneer je nu een hypotheek met Nationale Hypotheek Garantie (NHG) hebt, profiteer je van een lagere rente doordat de hypotheekverstrekker minder risico loopt, er is immers een vangnet. Misschien verhuis je naar een duurdere woning waardoor je niet meer onder deze regels valt. Het kan daardoor zijn dat je meeverhuizende rente toch iets hoger uitvalt. Ook zal de geldverstrekker opnieuw bekijken hoe de hypotheek zich verhoudt tot de waarde van de woning. Dat heeft eveneens invloed op de hoogte van de rente. Heb je nu een rentekorting op basis van een gunstig energielabel en verhuis je naar een woning met een slechter label? Ook dat beïnvloedt het meeverhuizende rentepercentage.

Korter dan tien jaar

Wanneer de resterende looptijd van je oude rente korter is dan tien jaar, dan kan er een kink in de kabel komen. Voor het leningdeel waarvoor je de oude rente wilt meenemen, moet de aanbieder de betaalbaarheid op voorschrift van de toezichthouder toetsen met een hogere rente (5 procent). Dat is geen probleem wanneer je veel leenruimte hebt, maar kan roet in het eten gooien wanneer je het plafond van wat je kunt lenen (bijna) hebt bereikt. Dit kan bij sommige hypotheekverstrekkers worden opgelost door rentemiddeling.

Tip!

Ben je van plan om te verhuizen en heb je een hypotheekrente die lager is dan de huidige rente? Neem tijdig contact op met je hypotheekadviseur. Die kan voor je nagaan of het meenemen daadwerkelijk voordelig is, wat het betekent voor je leenruimte, of er mogelijk een bepaalde uitzondering geldt voor jouw specifieke hypotheek of situatie en waar je verder op moet letten.

Het aantal woningbranden neemt toe. In het eerste half jaar van 2023 waren er meer branden dan in dezelfde periode in 2022 en ook daarvoor was de stijgende lijn al ingezet. Waar ligt het aan en wat kun je doen?

Experts vermoeden dat de toename van het aantal branden te maken heeft met een aantal factoren. Zo noemen ze de energietransitie en het stijgende gebruik van houtkachels, zonnepanelen, elektrische apparaten en accu’s. Ook de vergrijzing kan een rol spelen evenals het toegenomen thuiswerken.

Preventie

Er is gelukkig veel dat je zelf kunt doen om een brand te voorkomen. Brandweer Nederland heeft een checklist gemaakt die je kunt gebruiken. Per ruimte worden een aantal aandachtspunten genoemd. Ook wordt geadviseerd om na te denken over een vluchtroute en die met je gezinsleden te bespreken, bij sterke rookontwikkeling verlies je al snel je oriëntatie, ook in je eigen huis dat je kent als je broekzak. Je kunt de checklist hier downloaden.

Rookmelders

Rookmelders zijn levensredders. Sinds 1 juli 2022 zijn ze verplicht. Het komt er op neer dat er op iedere bouwlaag in jouw woning een melder moet hangen. Dat betekent dus minimaal één rookmelder per verdieping, maar meer mag natuurlijk ook. De brandweer adviseert bijvoorbeeld om ook een rookmelder op te hangen in de ruimte waar je wasmachine en droger staan. In studentenhuizen moet er in elke kamer één hangen. Hier lees je meer

Accu’s

Het gebeurt veel, maar je telefoon opladen in bed, of onder je kussen is enorm brandgevaarlijk. In 2,5 procent van de gevallen van brand in huis, is een accu of batterij de boosdoener. Zorg ervoor dat je apparaten, batterijen en opladers hun warmte goed kwijt kunnen. Lees hier meer.

Verzekeren

Is er dan toch brand? Met een opstalverzekering en inboedelverzekering ben je verzekerd tegen brandschade. Als je een koopwoning hebt kun je dit gezamenlijk afsluiten als ‘woonhuisverzekering’. Heb je een huurwoning? Dan hoef je alleen je spullen te verzekeren en voldoet de inboedelverzekering (de verhuurder moet de woning namelijk verzekeren).
Let op: niet iedere verzekeraar dekt dezelfde schade voor eenzelfde bedrag. Er kunnen grote verschillen zitten tussen inboedel- en opstalverzekeringen. Bekijk je polisvoorwaarden om zeker te weten waar je in het geval van brandschade recht op hebt. Controleer ook wat je verzekeraar van je verwacht: zo kan achterstallig onderhoud een reden zijn voor de verzekeraar om de schade niet (geheel) te vergoeden.

Auto

Wil je ook je auto verzekeren tegen brandschade? Met alleen een WA-verzekering heb je dat niet gedaan. Een beperkt cascoverzekering en allrisk verzekering vergoeden brandschade in bijna alle gevallen. Dit hangt voornamelijk af van je polisvoorwaarden en de afspraken die hierover zijn gemaakt.

Woningkopers hebben er weer vertrouwen in en dat brengt de dynamiek op de woningmarkt weer op gang, meldt makelaarsvereniging NVM. Zo nam het aantal verkochte woningen in het tweede kwartaal van 2023 met 20 procent toe ten opzichte van begin dit jaar.

"Wel blijft de woningmarkt krap, en dus stijgt de huizenprijs weer", zegt Lana Gersen, makelaar in Geldermalsen en voorzitter van vakgroep Wonen bij de NVM. Nadat de huizenprijzen van verkochte woningen in het afgelopen jaar met ongeveer 8 procent waren gedaald, zitten ze weer in de lift, meldt de NVM opgetogen in haar kwartaalbericht. De gemiddelde huizenprijs is met 410.000 euro weer 2,8 procent hoger dan begin dit jaar. En er zijn 34.000 woningen verkocht in de afgelopen drie maanden, 20 procent meer dan in het eerste kwartaal.

"Het aantal woningverkopen zit dus weer in de lift. Nu wordt er in het voorjaar altijd 10 tot 15 procent meer verkocht dan in de winter, maar deze stijging is opvallend groter", zegt Gersen. "Het sentiment is echt veranderd ten opzichte van vorig jaar. Kijkers die ik spreek hebben vertrouwen in het tij van de woningmarkt en gaan dus weer zoeken."

Meer loon compenseert hogere rente

Dat de hypotheekrente in 2022 bijna verdrievoudigde, zorgde er in eerste instantie voor dat vooral starters wat minder konden lenen. Maar dat effect is wel weg, zegt Gersen.

"Starters zijn hier nu aan gewend en de behoorlijke loonstijgingen dit jaar zorgen dat woningen weer iets betaalbaarder worden. Zodoende kunnen ze zich dus laten gelden op de woningmarkt."

 

 

Amsterdam, Arnhem en Nijmegen blinken uit

Niet alleen betaalbare woningen bij starters doen het goed. De prijsstijging van 2,8 procent is er in elke prijsklasse. Dus ook duurdere vrijstaande woningen zijn in prijs gestegen, becijfert de NVM. Wat betreft regio's doen vooral Amsterdam en Den Haag het goed.

"Amsterdam gaat altijd voorop. Daar stegen prijzen het snelst in coronatijd, maar was ook het plafond als eerst bereikt. Maar prijzen stijgen niet alleen in de Randstad. Ook in de regio's Deventer en Arnhem/Nijmegen stijgen de prijzen. Daar is ook veel vraag", zegt Gersen. Geldermalsen, haar eigen werkgebied, kabbelt een beetje achter de ontwikkelingen in Utrecht aan.

 

 

Huis gemiddeld na ruim een maand verkocht

Dat de dynamiek weer terug is, blijkt volgens Gersen ook uit het feit dat woningen die te koop staan weer gauw worden verkocht. Dat ging in de afgelopen drie maanden binnen 35 dagen, een week sneller dan begin dit jaar.

"Daarbij speelt mee dat verkopers die ik spreek bewust zijn van het feit dat de woningmarkt vorig jaar iets is afgekoeld. Ze vrezen dus niet meer zo voor een mindere opbrengst. Bovendien hebben ze niet veel last van een lagere prijs als ze doorstromen naar een duurdere woning. Die zijn in het afgelopen jaar nog harder in prijs gedaald."

 

 

'Onderhandelen over vraagprijs kan weer'

Volgens Gersen was het na de hitte op de woningmarkt van de afgelopen jaren heel normaal dat er een correctie kwam. Na een prijs- en verkoopstijging lijkt de echte gekte nog niet terug, want volgens de NVM-cijfers wordt nog steeds gemiddeld 0,5 procent onder de vraagprijs geboden.

"Maar dat is een gemiddelde. Er wordt heus nog wel eens 20.000 of 30.000 euro boven op de vraagprijs geboden. Maar er kan soms ook goed onderhandeld worden. En verkopers begrijpen dat. Het is niet meer vanzelfsprekend dat er massaal overboden zal worden."

Zorgen over gebrek aan nieuwe woningen

De NVM maakt zich nog wat zorgen over de krapte op de woningmarkt. Het aantal woningverkopen nam toe, ook bij de nieuwbouw. Maar veel nieuw aanbod kwam er niet bij. "Er is constant te weinig woningaanbod. Daardoor lopen prijzen ook alweer op."

Dat we achterlopen op de ambities van het kabinet om honderdduizenden nieuwbouwwoningen per jaar te realiseren, noemt Gersen zorgelijk. Ze hekelt daarbij vooral hoelang het duurt voordat nieuwbouwprojecten klaar zijn, mede door besluitvorming en bezwaarprocedures. "Als je twee tot drie jaar moet wachten tot een woning beschikbaar komt door lokale besluitvorming en bezwaarprocedures, dan haken veel mensen af. Zeker als er ondertussen geen tijdelijke huurwoning beschikbaar is."

 

bron: NU.nl

Veel huizenkopers zijn bereid om de ontbindende voorwaarden in het voorlopig koopcontract te schrappen als ze op die manier meer kans maken op de woning. Je loopt dan echter wel een groot financieel risico.

Uit een enquête van Makelaarsland blijkt dat 14 procent van de ondervraagden überhaupt niet van plan is om ontbindende voorwaarden op te nemen wanneer ze een bod doen. Een groter percentage, 45 procent, staat ‘welwillend’ tegenover het idee om de voorwaarden te laten vallen wanneer ze zo meer kans maken om de slag om de woning te winnen.

Hoe zit het ook alweer?

Na het tekenen van het voorlopig koopcontract heb je drie dagen wettelijke bedenktijd. Je kunt dan zonder opgave van redenen van de woning af. Is die periode verstreken, dan kun je alleen nog kosteloos van de koop af wanneer je je kunt beroepen op ontbindende voorwaarden.

Welke ontbindende voorwaarden zijn er?
  • Het voorbehoud van financiering is de belangrijkste. Met deze voorwaarde ben je beschermd wanneer een hypotheekverstrekker je het benodigde bedrag niet wil lenen. Je moet meestal wel twee afwijzingen kunnen laten zien. Soms koppelen huizenkopers ook de Nationale Hypotheek Garantie aan deze voorwaarde: lukt het niet om een hypotheek met NHG te verkrijgen, dan kunnen ze onder de koop uit.
  • Het voorbehoud van bouwkundige keuring is een belangrijke tweede. Vaak wordt er dan een drempelbedrag opgenomen in het voorlopig koopcontract. Bijvoorbeeld: wanneer de herstelkosten van de geconstateerde gebreken de tienduizend euro te boven gaan, kan de koper het contract kosteloos ontbinden.
  • Een derde is het voorbehoud van verkoop eigen woning. Je neemt dan een datum op wanneer de woning van de koper verkocht moet zijn.
Geen ontbindende voorwaarden?

Heb je géén ontbindende voorwaarden opgenomen en moet je na de bedenktijd toch ontbinden, dan ben je in de regel tien procent van de koopsom verschuldigd. Dat bedrag kan hoger worden wanneer de verkopers kunnen aantonen dat hun schade hoger is.
Ook kan het voorkomen dat je wél ontbindende voorwaarden hebt opgenomen, maar dat je niet aan de eisen voldoet om ze in te mogen roepen. Je laat bijvoorbeeld slechts één afwijzing van een bank zien, terwijl er volgens het koopcontract twee vereist zijn. Ook moet je serieus met de ontbindende voorwaarden omspringen, lees daarover hier meer

Wat kan er nou eigenlijk misgaan?

Waar zijn die voorbehouden nou écht voor nodig, vragen veel huizenkopers zich af. Ik heb toch online een berekening gemaakt en dit is het bedrag dat ik kan lenen. Toch kan er iets misgaan. Bijvoorbeeld omdat de bank de woning lager taxeert dan de koopprijs die jij moet betalen: je zit dan met een gat in je financiering. Of omdat er toch een BKR-registratie of studieschuld opduikt die je leenruimte verkleint. Maar ook een onverwacht ontslag komt voor. Let op: veel banken en advieskantoren werken tegenwoordig met een hypotheekverklaring die meer zekerheid biedt: informeer er naar bij je hypotheekadviseur.

Zie je af van het voorbehoud van bouwkundige keuring, dan sta je minder sterk wanneer er toch iets met het huis blijkt te zijn. De verkoper heeft een mededelingsplicht, maar als koper heb je een onderzoeksplicht. Met een keuring vul je die onderzoeksplicht voor een groot deel in. Het is heel lastig om achteraf aan te tonen dat de verkoper een bepaald gebrek bewust heeft verzwegen. Zeker in geval van een wat oudere woning is het verstandig om een bouwkundige te laten komen. Je kunt dan nog van de koop af, of opnieuw in onderhandeling gaan om een lagere prijs te bewerkstelligen.

Heb je zonnepanelen laten plaatsen maar weet je eigenlijk niet of die zijn verzekerd? Je bent niet de enige. Een op de drie woningeigenaren twijfelt daarover. Ook weten ze vaak niet wat de verzekering precies dekt.

Poliswijzer.nl en Gaslicht.com deden onderzoek onder duizend woningeigenaren. Daaruit blijkt dat een groot aantal woningeigenaren niet precies weet hoe het zit met de vergoeding van eventuele schade aan hun panelen. Ook weten zij vaak niet of in geval van schade ook de misgelopen opbrengst wordt vergoed.

Opstalverzekering

Zonnepanelen zijn meeverzekerd op de opstalverzekering die ook andere schade aan de woning vergoedt. De maximaal verzekerde bedragen en het eigen risico kunnen per verzekeraar verschillen. Ook wordt de misgelopen opbrengst door kapotte zonnepanelen niet altijd vergoed. Dat geldt ook voor onzichtbare schade, zoals haarscheurtjes.

Plat dak

Over het algemeen staat in de verzekeringsvoorwaarden dat zonnepanelen die ‘nagelvast’ zitten aan het huis zijn meeverzekerd. Dit is doorgaans het geval bij vastgeschroefde panelen op schuine daken. Uit het onderzoek blijkt echter dat een groot aantal zonnepanelen op een plat dak ligt. Het is voor woningeigenaren niet altijd helder of ook deze panelen zijn meeverzekerd. Omdat deze panelen vaak niet zijn vastgeschroefd, kun je erover discussiëren of deze panelen wel echt ‘nagelvast’ zitten aan het huis. Het is goed om dit te controleren bij je financieel adviseur of verzekeraar.

Preventie

Voordat je aan zonnepanelen begint doe je er goed aan om de dakconstructie te laten inspecteren. Is die stevig genoeg? Laat het installeren over aan een vakman. Let op de aanwezigheid van een keurmerk en een garantietermijn. Verzekeraars vergoeden vaak niet de schade als gevolg van een installatiefout.

Huren

Huur je een woning en besluit je zelf om er zonnepanelen op te plaatsen? Je hebt dan geen opstalverzekering omdat het geen eigen woning betreft. Wel kun je de panelen meeverzekeren op de inboedelverzekering. Laat de verhuurder de panelen plaatsen, dan hoef je als huurder niets te doen, het is dan de verantwoordelijkheid van de verhuurder om voor een goede verzekering te zorgen.

Tip

Heb je zonnepanelen laten installeren of ben je dat van plan? Meld het altijd bij je financieel adviseur of verzekeraar en vraag welke dekking er geldt. Je financieel adviseur kan je helpen om zonodig over te stappen naar een andere aanbieder met betere voorwaarden.

Als je al wat langer in een koophuis woont, is de kans groot dat je overwaarde hebt. Als dat zo is, kan het slim zijn om die te gebruiken om je huis te verduurzamen. Je gaat dan waarschijnlijk wel iets meer betalen voor je hypotheek, maar je energiekosten gaan juist omlaag. 

Verduurzamen – en dan vooral isoleren – is al jaren een goede investering met een veel hoger rendement dan bijvoorbeeld sparen. Met de hogere energieprijzen geldt dat meer dan ooit. Bijkomend voordeel van een duurzame woning is de waarde ervan. Die gaat soms wel met tienduizenden euro's omhoog als je een beter energielabel hebt.

Duurder
Nadat de prijzen voor energie vorig jaar door het dak gingen, is de rust op de energiemarkt afgelopen voorjaar teruggekeerd. Daardoor durven energieleveranciers inmiddels weer langer lopende contracten aan (nieuwe) klanten aan te bieden. Toch zijn gas en stroom nog altijd een stuk duurder dan twee jaar geleden.

Onzekere toekomst
Door de oorlog in Oekraïne is gebleken hoe wankel het prijsevenwicht van energie feitelijk is. En omdat niemand weet wat de toekomst brengt, weet ook niemand precies wat de energieprijzen zullen doen. Maar als je je huis isoleert, weet je wél dat je minder energie verbruikt. Ook daarom is verduurzamen het overwegen waard.

Kabinet investeert € 900 miljoen extra
Om dit nog meer te stimuleren, heeft het kabinet onlangs besloten extra geld te reserveren. Het Nationaal Warmtefonds krijgt nog eens € 900 miljoen extra tot z’n beschikking. Dat geld is bestemd voor huishoudens die geen riant inkomen hebben. Het Warmtefonds zal er onder meer rentevrije Energiebespaarleningen van verstrekken. 

Adviseur duurzaam wonen
Als je meer wilt weten over de mogelijkheden om energiebesparende voorzieningen te financieren, neem dan contact met me op. Als Erkend Financieel Adviseur zijn wij ook aangesloten bij het keurmerk Financieel Adviseur Duurzaam Wonen. Wij helpen je graag bij het vinden van de beste oplossing om jouw duurzame verbouwing te financieren.

Er zijn veel verschillende levensverzekeringen en soms is het moeilijk om door de bomen het bos te zien. Wat is bijvoorbeeld het verschil tussen een overlijdensrisicoverzekering en een uitvaartverzekering?

Om meteen maar antwoord te geven op de vraag: nee, je bent niet dubbel verzekerd wanneer je deze beide producten in je verzekeringsmap hebt zitten. De producten dekken ieder een ander risico af en dienen ieder een ander doel.

Makkelijker voor nabestaanden

De overeenkomst tussen de twee is dat beide bedoeld zijn om het leven van je nabestaanden een stukje makkelijker te maken. Bij de uitvaartverzekering gaat dat om een heel specifiek doel: de bekostiging van de uitvaart en de begeleiding ervan.

Bij een overlijdensrisicoverzekering is het doel veel breder: er wordt dan een bepaald geldbedrag uitgekeerd dat door de achterblijvende partner vaak wordt gebruikt om meteen een stuk van de hypotheek mee af te lossen. Maar het bedrag kan ook worden ingezet om gedurende een periode het maandinkomen aan te vullen. Het geld is bedoeld om te zorgen dat je nabestaanden niet in de financiële problemen komen. 

Verschil in uitkering

Het grote verschil tussen de twee verzekeringen is dat een overlijdensrisicoverzekering niet uitkeert wanneer de verzekeringnemer na de looptijd, van bijvoorbeeld vijftien of twintig jaar, nog leeft. Het risico van vroegtijdig overlijden heeft zich dan niet voorgedaan. Vergelijk het met een brandverzekering: die keert ook alleen uit wanneer het risico zich daadwerkelijk voordoet. Een uitvaartverzekering keert echter altijd uit: overlijden doen we uiteindelijk allemaal.

Overbodig?

Zoals gezegd ben je niet dubbel verzekerd als je deze beide polissen in huis hebt. Een uitvaartverzekering maakt een overlijdensrisicoverzekering niet overbodig: de nabestaanden kunnen er immers niet de hypotheek mee aflossen of hun maandinkomen mee aanvullen. Ze kunnen er alleen de begrafenis of crematie van bekostigen.

Andersom maakt een ORV een uitvaartverzekering ook niet overbodig. Wanneer iemand overlijdt ná de looptijd van de ORV, vindt er immers geen uitkering uit die verzekering plaats. Wanneer er dan ook geen uitvaartverzekering is afgesloten, dan moet de uitvaart uit eigen middelen worden betaald.

Alleen wanneer iemand vroegtijdig overlijdt zou een deel van de ORV-uitkering kunnen worden ingezet om de uitvaart te betalen. Overigens hebben ook veel kapitaalkrachtige particulieren toch een uitvaartverzekering: het gaat hen niet alleen om de uitkering, maar vooral om de begeleiding en de ontzorging.

Wat wanneer je door een verzekeraar of bank van fraude wordt beschuldigd? Je kunt dan worden geregistreerd in een van de waarschuwingsregisters. Daardoor kan het moeilijk worden om nog een verzekering af te sluiten of een hypotheek te krijgen. Omdat de gevolgen ingrijpend zijn, mogen banken of verzekeraars je niet zomaar in zo’n register opnemen.

Verzekering

In fraudezaken gaat het om opzettelijke misleiding: je geeft bijvoorbeeld onjuiste informatie over een inbraakschade door aan de verzekeraar met de bedoeling een hogere uitkering te krijgen. Of je sluit een verzekering af en je beantwoordt de vragen van de verzekeraar niet naar waarheid met als doel om geaccepteerd te worden. Dat laatste speelt vaak bij vragen over gezondheid.

Bancair

Ook fraude bij de bank komt voor. Denk bijvoorbeeld aan het opgeven van een hoger inkomen om zo een hogere hypotheek te kunnen krijgen. Of het insturen van valse facturen om geld uit het bouwdepot te ontvangen. Het fungeren als geldezel of katvanger voor anderen, dus je betaalrekening laten gebruiken voor criminele transacties, wordt eveneens gezien als bancaire fraude.

Registers

Banken en verzekeraars hebben interne en externe waarschuwingsregisters opgezet om plegers van fraude in vast te leggen. Het interne waarschuwingssysteem is het systeem van één concern en dat is niet te raadplegen door andere financiële instellingen. Het externe waarschuwingssysteem kan wél door andere instellingen worden ingezien, voor een periode van maximaal acht jaar. En dat kan betekenen dat het afsluiten van een verzekering of bancaire dienst heel moeilijk kan worden.

Strenge eisen

Daarom zijn er strenge eisen gesteld. Er moet bijvoorbeeld voldoende vaststaan dat er sprake is van fraude. Dat moet de bank of verzekeraar bewijzen. Ook moet de bank of verzekeraar een belangenafweging maken en steeds beoordelen of een lichtere maatregel niet volstaat. Bovendien moeten zij de lengte van de registratietermijn beargumenteren en mogen ze niet standaard acht jaar opleggen.

Bezwaar

Vind je de beschuldiging onterecht, dan kun je tegen de registratie schriftelijk bezwaar maken bij de bank of verzekeraar. Je moet dan aannemelijk kunnen maken waarom de registratie onterecht is. Ook kun je bezwaar maken tegen de lengte van de registratie. Kom je er niet uit met de bank of verzekeraar? Dan kun je je wenden tot het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening.

Andere maatregelen

Naast het opnemen van je gegevens in waarschuwingsregisters, kan de bank of verzekeraar nog andere maatregelen treffen in geval van fraude. Zoals het opzeggen van de relatie, het afwijzen van de schadeclaim, het doen van aangifte bij de politie of het terugvorderen van onderzoekskosten die zijn gemaakt. Dat kan afhankelijk van het type verzekering heel ingrijpend zijn. Stel je voor dat je arbeidsongeschiktheidsverzekering niet uitkeert omdat jij verzwegen hebt dat je in het verleden al behandeld bent voor rugklachten.

Tips

  • Twijfel je bij het aanvragen van een verzekering over een bepaalde vraag, bijvoorbeeld een vraag over je gezondheid? Raadpleeg je financieel adviseur of verzekeraar.
  • Ben je onterecht opgenomen in een van de registers en wil je daar bezwaar tegen maken? Je financieel adviseur kan je hierbij van dienst zijn.
  • Is een opgelegde maatregel in jouw ogen voor jouw situatie erg onredelijk, dan kan je financieel adviseur je helpen om bijvoorbeeld een heroverweging aan te vragen.

De Wet toekomst pensioenen (Wtp) is aangenomen door de Eerste Kamer. Per 2028 moeten alle regelingen zijn aangepast. Dat heeft gevolgen voor alle werkenden in ons land en ook voor reeds gepensioneerden bij een pensioenfonds.

Wat verandert er precies?

Alle pensioenregelingen in de tweede pijler (dus wat in loondienst is opgebouwd) worden premieovereenkomsten. Dat betekent dat de inleg voortaan het uitgangspunt is en niet de uitkomst. Het risico van tegenvallende beleggingsresultaten verschuift daarmee richting de werknemer. Nu was het pensioen in het oude stelsel ook al niet gegarandeerd: er kon gekort worden of niet geïndexeerd. En ook in het nieuwe stelsel blijft het mogelijk om risico’s met elkaar te delen.

Wat ga ik ervan merken?

Als gepensioneerde merk je hier de eerste jaren nog weinig van. Wel zal het pensioenfonds je informeren. Veel hangt af van wat werkgevers, werknemers en fondsen de komende jaren met elkaar afspreken. De overgang naar het nieuwe stelsel moet evenwichtig zijn. De dekkingsgraad van het pensioenfonds is hierbij ook van invloed.

Wordt mijn maandelijkse pensioen hoger of lager?

Dat is niet te zeggen. De verwachting is wel dat indexatie dichterbij komt nu fondsen minder hoge buffers hoeven aan te houden. Je pensioen hangt nu meer samen met de werkelijke beleggingsresultaten van je pensioenfonds. De lage rekenrente die de laatste jaren in het nieuws was als oorzaak om niet te indexeren speelt in het nieuwe systeem geen rol meer.

Is er verschil tussen verzekeraars en fondsen?

Ja er zijn verschillen. Bij pensioenverzekeraars was al toegerekend hoe groot de pensioenpot is waaruit jouw pensioen betaald moet worden. Pensioenfondsen betalen nu nog ieder pensioen uit het totale vermogen en moeten nu ook gaan berekenen welk deel van dat vermogen toekomt aan iedere deelnemer.

Hoe en wanneer de nieuwe pensioenwet voor jou gevolgen heeft is dus nog niet precies te zeggen. Uiteraard word je daar op tijd en uitgebreid over geïnformeerd door de fondsen en verzekeraars van wie je pensioen ontvangt.

De Wet toekomst pensioenen (Wtp) is aangenomen door de Eerste Kamer. Hoewel de aandacht vooral uitgaat naar werknemers in loondienst zijn er ook gevolgen voor zelfstandig ondernemers. Een goed moment om iets aan je pensioen te doen.

Wat heb ik als zzp’er met de pensioenwet te maken?

De pensioenwet heeft inderdaad vooral een grote impact op pensioenregelingen in de tweede pijler (dus wat in loondienst wordt opgebouwd) en hier is in de media de meeste aandacht voor. Wellicht heb je als zelfstandig ondernemer in het verleden op die manier pensioen opgebouwd. 

Wat verandert er voor mij?

Naast de tweede pijler verandert ook de derde pijler, dat is de pijler waarin je zelf iets regelt voor je pensioen. Dat is fiscaal voordelig omdat je de inleg kunt aftrekken. Daar staat tegenover dat je het geld dan daadwerkelijk opzij zet voor je pensioen, je kunt het niet zoals spaargeld makkelijk weer naar jezelf overboeken.
Deze derde pijler wordt fors verruimd. Het bedrag dat je fiscaal voordelig kunt inleggen gaat van 13,3 procent van het pensioengevend inkomen naar 30 procent. Ook krijg je langer de tijd om de voorbije jaren ‘in te halen’, de termijn van de reserveringsruimte gaat van zeven naar tien jaar. Deze verruimingen hebben ertoe geleid dat de fiscale oudedagsreserve (FOR) in 2022 is afgeschaft. Dit was in de praktijk vaak een papieren reserve.

Kan ik me als zzp’er aansluiten bij een pensioenfonds?

Die mogelijkheid bestaat al wanneer je uit dienst gaat. Je kunt je dan binnen een bepaalde termijn vrijwillig aansluiten bij het pensioenfonds van je ex-werkgever. Dit is echter vrij duur omdat je ook het werkgeversdeel van de pensioenpremie dan zelf moet betalen en hier wordt dan ook niet veel gebruik van gemaakt. In de nieuwe wet is wel een experimenteerbepaling opgenomen: pensioenfondsen mogen zzp’ers toelaten die in dezelfde branche werkzaam zijn als deelnemers van het fonds. Het idee is dat zij dan kunnen profiteren van het delen van risico’s en het collectief beleggen. Ook kan ruimte worden geboden aan meer flexibiliteit in de hoogte van de in te leggen premie. Nog niet duidelijk is welke fondsen hun deuren zullen openstellen voor zelfstandigen.

Wat kan ik verder doen aan mijn pensioen?

De afschaffing van de fiscale oudedagsreserve in combinatie met de nieuwe pensioenregels vormen een goed moment om naar je pensioen te kijken. Pensioen is nooit geïsoleerd, maar hangt samen met je hele financiële situatie. Stel jezelf eens de volgende vragen en overleg met je boekhouder of financieel adviseur.

  • Heb ik een oudedagsreserve opgebouwd en wat doe ik daar nu mee?
  • Heb ik in loondienst pensioen opgebouwd en hoeveel is dat?
  • Wat verwacht ik na pensionering maandelijks nodig te hebben?
  • Heb ik tegen die tijd een afgelost huis?
  • Wat gebeurt er met de nabestaanden wanneer ik overlijd, of wanneer mijn partner wegvalt?

Documenten

Privacy

Developed by MDesign Web+ Graphic Studio & ISL Marketing
BSB Verzekeringen is onderdeel van:
menu linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram